woensdag 21 januari 2009

Leven vroeg hij van U; Gij gaaft het hem, lengte van dagen voor altoos en immer.

Psalm 21: 4
"HERE, over uw macht verheugt zich de koning, hoezeer juicht hij over uw heil. Zijn hartewens hebt Gij hem geschonken, de begeerte van zijn lippen hebt Gij niet geweigerd. Want Gij treedt hem tegemoet met rijke zegeningen. Gij zet een kroon van fijn goud op zijn hoofd. Leven vroeg hij van U; Gij gaaft het hem, lengte van dagen voor altoos en immer."

David is verheugd over Gods almacht, over Zijn rijke zegeningen voor de koning. Zoals David naar God opkeek, zo heeft ook de Here Jezus opgekeken naar Zijn God en Vader, toen Hij naar Golgotha moest gaan. We kennen de strijd van de Heer, de worsteling toen Hij de dood in de ogen keek. Een engel uit de hemel kwam hem wijzen op Gods belofte van leven. U zult opstaan, sprak de engel. In deze psalm staat zo mooi: Leven vroeg hij van U, gij gaaft het hem. Zoals Jona opstond uit het binnenste van de zee, zo stond Jezus op uit de dood. Het leven is geopenbaard. Lengte van dagen voor altoos en immer. David geeft als profeet uitdrukking aan het verlangen van Christus naar leven. Zijn wens is rijkelijk vervuld. Nu is Jezus gekroond met de hoogste eer. Hij is het leven zelf, onvernietigbaar, voor altijd. Dat leven is ons geschonken, uit genade. Jezus betaalde de prijs. De begeerte van Zijn lippen, is door God de Vader vervuld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten