zondag 4 januari 2009

Weet toch, dat de HERE Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd

Psalm 4:3
"Weet toch, dat de HERE Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd;
de HERE hoort als ik tot Hem roep.
Weest toornig, maar zondigt niet;
spreekt in uw hart op uw leger, en zwijgt."

David had het er maar moeilijk mee, al die vijanden die hem naar het leven stonden, Saul, Filistijnen, Absalom. Maar een ding wist hij, dat hij de gunstgenoot des HEREN was. God had hem geroepen en gezalfd, God was zijn borg in moeilijke tijden. Behalve David, die ook zondigde, kreeg God een gunstgenoot die volmaakt was, Jezus van Nazareth. Van Hem zei God: ‘In hem heb ik een welbehagen.’ Het is mooi om te weten dat Jezus Gods gunstgenoot is. Dat Hij Gods zegen is op aarde. Maar ook wij mogen nu zeggen: ‘Ik ben Gods gunstgenoot.’ Door het genadeoffer van Christus zijn we aan Hem gelijk geworden. Ons leven is nu in Hem, wij zijn even dierbaar voor God als Hij. God hoort ons als wij roepen en Hij redt ons uit al onze benauwdheden. Wanneer vijanden tegenover ons staan, doen we net als Hij: spreekt in uw hart op uw leger (bed), en zwijgt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten