donderdag 26 februari 2009

Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, die het voor mij voleindigt.

Psalm 57:2
"Van David. Een kleinood, toen hij voor Saul in de spelonk vluchtte. (57-2) Wees mij genadig, o God, wees mij genadig, want bij U schuilt mijn ziel; ja, in de schaduw van uw vleugelen zal ik schuilen, totdat het onheil voorbij is. Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, die het voor mij voleindigt. Hij zal van de hemel zenden en mij verlossen, als Hij te schande gemaakt heeft wie mij vertrapt; God zal zijn goedertierenheid en waarheid zenden."

In de schaduw van uw vleugelen zal ik schuilen tot het onheil voorbij is, schrijft David. Wat een geweldige schuilplaats is dat, onder Gods vleugels. En terwijl hij schuilt, roept hij uit tot God, tot de Allerhoogste. ‘Hij voleindigt het voor mij’, zegt David. David kende Gods genade. Hij kende ook Gods uitreddingen. En net als David deed ook Davids Zoon hetzelfde, uitroepen naar God en weten dat Hij het zal voleindigen. En tenslotte geldt dat ook voor iedere gelovige. Hoe je omstandigheden ook zijn, je kan roepen, het uitroepen tot God. Hij zal je horen en het voor je voleindigen. In feite heeft Hij dat al voor je gedaan door het offer van Jezus Christus. In Hem hebben we alles ontvangen wat God ons te geven heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten