vrijdag 13 februari 2009

In God roemen wij de ganse dag, uw naam zullen wij loven voor altoos.

Psalm 44:8
"O God, met eigen oren hebben wij het gehoord, onze vaderen verhaalden het ons: het werk dat Gij gewrocht hebt in hun dagen, in de dagen van ouds. Met uw hand hebt Gij volken verdreven, en hen geplant, natien geteisterd, en hen uitgebreid. Want niet met hun zwaard hebben zij het land verworven, niet hun arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm en het licht van uw aanschijn, omdat Gij in hen een welbehagen hadt, Gij toch zijt mijn Koning, o God; gebied de verlossing van Jakob. Met U stoten wij onze tegenstanders neer, in uw naam vertreden wij wie tegen ons opstaan. Want niet op mijn boog vertrouw ik, en mijn zwaard verlost mij niet; maar Gij hebt ons verlost van onze tegenstanders en onze haters beschaamd gemaakt. In God roemen wij de ganse dag, uw naam zullen wij loven voor altoos."

Deze psalm laat aan duidelijkheid niets te wensen over. God heeft het gedaan, Hij is de Verlosser. Zowel Israƫl als de gemeente kan dit zeggen: niet door onze inspanningen zijn de vijanden verslagen, maar door het ingrijpen van God. Omdat Hij ons liefheeft. De genade van God is verschenen, heilbrengend voor allen die geloven. Daarom roemen we de hele dag, daarom loven we Zijn naam voor eeuwig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten