zaterdag 21 februari 2009

Maar ik ben als een groenende olijfboom in het huis van God;

Psalm 52:8
"Ziedaar de man die God niet tot zijn veste stelde, maar die op zijn grote rijkdom vertrouwde, zich sterk waande door wat zijn onheil werd. Maar ik ben als een groenende olijfboom in het huis van God; ik vertrouw op Gods goedertierenheid, altoos en immer. Voor altoos zal ik U loven, omdat Gij het gedaan hebt; ik zal uw naam verwachten (want die is goed) in tegenwoordigheid van uw gunstgenoten."

Doëg verraadde en vervloekte David, maar de reactie van David was, dat hij op de goedertierenheid van God vertrouwde. De tegenstelling is tussen Doëg en David. ‘Maar ik’, zegt David, ‘ben als een groenende olijfboom in het huis van God.’ Doëg verkeerde in het paleis van Saul, maar David in het huis van God. De rijkdom van Doëg hielp hem uiteindelijk niet, want het huis en de regering van Saul werden vernietigd. Doëg moest vluchten, maar David schonk hem genade. Dit is een prachtige illustratie van de liefde en genade van Christus. Een groenende olijfboom is een olijfboom in de lente. De bladeren vullen de boom en de vruchten beginnen zichtbaar te worden. Zo zag David zich tegenover God. Zo mogen ook wij ons zien. We zijn groenende olijfbomen, geplant in Gods huis. Als vijanden tegenover ons staan mogen we reageren vanuit het besef dat onze positie bij God vaststaat. We hoeven voor niemand te vrezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten