woensdag 18 februari 2009

Niemand kan ooit een broeder loskopen, noch Gode zijn losprijs betalen

Psalm 49:7
"Waarom zou ik vrezen in dagen des kwaads, als de ongerechtigheid van mijn belagers mij omringt; van hen, die op hun vermogen vertrouwen, en op hun grote rijkdommen zich beroemen? Niemand kan ooit een broeder loskopen, noch Gode zijn losprijs betalen, (te hoog immers is de prijs voor hun leven, en voor altoos ontoereikend) dat hij voor immer zou voortleven, de groeve niet zou zien."

Niemand kan ooit een broeder loskopen. Hoe rijk mensen ook mogen worden, ze kunnen er geen mens mee redden, dat is de strekking van deze psalm. Geld kan mensen niet redden van de dood. De losprijs voor een mens is niet met geld te betalen. Daar is de prijs veel te hoog voor. Alleen God zelf is in staat die hoge prijs te betalen en dat heeft Hij gedaan. Jezus is mens geworden, hoewel Hij God was en heeft als rechtvaardige die hoge prijs betaald. Hij kocht daarmee alle mensen vrij die in Hem geloven. Daar kan geen goud of zilver tegenop. Daarom is het dom je blind te staren op geld. Als je sterft kun je niets meenemen. Maar wat een prachtige zekerheid hebben we. Of we nu rijk zijn of arm, de prijs voor ons leven is betaald. We hebben eeuwige toegang ontvangen uit genade. Het is Gods liefde die het heeft gedaan. We zijn losgekocht. Wat geen mens kon doen, heeft God gedaan. Prijs de Heer voor zijn genade.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten