vrijdag 27 februari 2009

Toch is er loon voor de rechtvaardige, toch is er een God, die recht doet op aarde.

Psalm 58:11
"Van David. Een kleinood. Spreekt gij, goden, inderdaad recht? Richt gij de mensenkinderen rechtmatig? Veeleer bedrijft gij euveldaden in het hart, op aarde weegt gij het geweld uwer handen af. De goddelozen zijn van de geboorte aan afvallig, de leugensprekers dwalen van de moederschoot aan. Hun venijn is gelijk het venijn van een slang; als een dove adder, die haar oor toesluit, die niet luistert naar de stem der bezweerders, noch naar de volleerde belezer. O, God, verbrijzel hun tanden in hun mond, sla de hoektanden der jonge leeuwen uit, HERE; laten zij vergaan als water dat wegvloeit; legt hij zijn pijlen aan, dan mogen zij als afgestompt zijn; laten zij vergaan als een slak die voortkruipend wegsmelt, als de misdracht van een vrouw, die de zon niet heeft gezien; voordat uw potten de dorens bemerken, zowel groen als verschroeid, stormt Hij hen weg. De rechtvaardige zal zich verheugen, wanneer hij de wraak aanschouwt; hij zal zijn voeten wassen in het bloed van de goddeloze. En de mensen zullen zeggen: Toch is er loon voor de rechtvaardige, toch is er een God, die recht doet op aarde."

Deze keer de hele psalm. Ik vind het wel een gruwelijke psalm. David moet wel heel erg gekrenkt zijn door het onrecht als hij dingen aan God vraagt zoals in deze psalm. Is dit ook inspiratie van de Heilige Geest? ‘O God, verbrijzel hun tanden, laten ze vergaan, schiet met stompe pijlen, laat hen als slakken wegsmelten.’ Daar is geen woord liefde bij. En dan de laatste regels, die klinken als lekker puh. De rechtvaardige zal zich verheugen als hij de ondergang van de goddelozen ziet. Hoe is dit te rijmen met een liefdevolle, barmhartige God? Het antwoord is te vinden in het Nieuwe Testament. Paulus legt in de brief aan de EfeziĆ«rs uit dat we niet hebben te strijden tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden en machten, tegen de geesten van de duisternis. En dan kan ik amen zeggen op deze psalm, dan kan ik instemmen met de laatste regel: toch zal er loon zijn voor de rechtvaardige, toch is er een God, die recht doet op aarde. Laten we steeds bedenken als mensen tegenover ons staan, dat God de mensen liefheeft, maar de duivelse machten waardoor ze worden beheerst haat. Laten we in dat alles bedenken, dat er een God is die toch recht doet op aarde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten