zaterdag 28 februari 2009

Zonder dat er ongerechtigheid is, lopen zij toe en stellen zich op.

Psalm 59:4
"Van David. Een kleinood, toen Saul zijn huis had laten bewaken om hem te doden. (59-2) Red mij van mijn vijanden, o mijn God; beveilig mij voor hen die tegen mij opstaan; red mij van de bedrijvers van ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen des bloeds. Want zie, zij loeren op mijn leven; sterken willen op mij aanvallen, zonder mijn overtreding en zonder mijn zonde, HERE; zonder dat er ongerechtigheid is, lopen zij toe en stellen zich op. Waak op, mij ter hulpe, en zie. Gij, HERE, God der heerscharen, God van Israel, ontwaak om al de heidenen te straffen, heb geen genade voor alle ongerechtige verraders."

‘Heb geen genade voor alle ongerechtige verraders.’ Dat klinkt niet erg liefdevol. Ook hier zie je het enorme verschil tussen het Oude en het Nieuwe Verbond. In het oude verbond geldt: oog om oog en tand om tand. In het Nieuwe Verbond moet je je vijanden liefhebben en zegenen. Zonder dat er ongerechtigheid is, lopen zij toe en stellen zich op. Dat zie je overal gebeuren. De verdrukking en vervolging van Gods gezalfden gebeurt de hele Bijbel door. Zalig ben je, zegt Jezus, als men je vervolgt om de gerechtigheid. Die vervolging heeft Hij op zich genomen. Hij werd tot zonde gemaakt en onderging Gods oordeel daarover. Daarom zijn wij meer dan overwinnaar met Hem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten