vrijdag 20 maart 2009

Red ons en doe verzoening over onze zonden om uws naams wil.

Psalm 79:9
"Stort uw grimmigheid uit over de volken die U niet kennen, en over de koninkrijken die uw naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob verslonden en zijn woonstede verwoest. Reken ons de ongerechtigheid der voorvaderen niet toe, uw barmhartigheid kome ons haastig tegemoet, want wij zijn zeer verzwakt. Help ons, o God van ons heil, om de heerlijkheid van uw naam; red ons en doe verzoening over onze zonden om uws naams wil."

Asaf beklaagt zich bij God dat de vijanden Jeruzalem en de tempel hebben verwoest. Hij zit duidelijk in de slachtofferrol. Wij en zij, doe iets Here, want zij zijn de boosdoeners. In wezen was het net andersom. Asaf had tot het besef moeten komen dat hij en zijn volk deze verwoesting over zichzelf hebben afgeroepen omdat ze keer op keer Gods geboden hebben overtreden en steeds opnieuw de afgoden hebben gediend. En dan komen we bij de aangehaalde regels uit deze psalm. Asaf gaat een beroep doen op het hart van God, hij probeert medelijden op te wekken. De overtredingen van de voorvaderen worden nog genoemd, maar geen woord over de eigen overtredingen, wel over de zwakte. Kijk eens Here, hoe zwak we zijn geworden door die slechte mensen die ons aanvallen. Red ons Here, zodat we niet belachelijk worden in de ogen van onze buren. Ik mis in deze hele psalm de erkenning van eigen tekortkomingen, ik mis de verootmoediging, ik mis de belijdenis van schuld. Ik mis ook het zicht op Gods genade, want zelfs nu nog probeert Asaf of hij Gods genade en goedertierenheid niet kan loswrikken uit medelijden. En meteen zegt hij weer ransel er maar op los bij onze tegenstanders. Wat een contrast met de gezindheid die Christus toonde. Hij gaf genade aan zijn vijanden, inclusief zijn eigen volk Israƫl. Niet uit medelijden, maar uit liefde. Niet vanwege het spreken van de buren, maar vanwege het spreken van Gods hart. Laat die gezindheid ook in ons gevonden worden, dat we beseffen dat de genade van God voor zondaren is, die hun eigen gerechtigheid als vuilnis beschouwen en de gerechtigheid bejubelen die in Christus hun deel is geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten