vrijdag 27 maart 2009

Ten dage mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij antwoordt mij.

Psalm 86:7
"Een gebed van David. Neig uw oor, o HERE, antwoord mij, want ik ben ellendig en arm; behoed mijn ziel, want ik ben godvrezend; Gij, mijn God, verlos uw knecht die op U vertrouwt. Wees mij genadig, o Here, want tot U roep ik de ganse dag. Verheug de ziel van uw knecht, want tot U, Here, hef ik mijn ziel op. Want Gij, o Here, zijt goed en gaarne vergevend, rijk in goedertierenheid voor allen die U aanroepen. O HERE, neem mijn gebed ter ore, sla acht op mijn luide smekingen. Ten dage mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij antwoordt mij."

Als je deze verzen aandachtig doorleest, valt je op dat er een kentering in zit. Het is een gebed van David, maar zijn focus verandert tijdens het bidden. In de eerste verzen doet hij een beroep op Gods barmhartigheden en genade omdat hij: ellendig en arm is, godvrezend is, op God vertrouwt, de ganse dag roept, tot God zijn stem opheft. Maar dan gaat David vertellen, misschien wel aan zichzelf, dat God goed en gaarne vergevend is, dat Hij rijk is aan goedertierenheid voor allen die Hem aanroepen. Dan volgt er nog een tussenzin zonder argumenten van de kant van David en tenslotte eindigt hij met de zekere uitspraak: want Gij antwoordt mij. Wat is dat geweldig als je van je nood wordt weggetrokken naar wie God is. Niet omdat je een prestatie levert, maar omdat Hij zo is. Hij is genadig. Hij is barmhartig. Hij hoort als je bidt en ja, Hij antwoordt als je Hem aanroept. Probeer er eens op te letten als je bidt waar je op bent gefocust, op je problemen of op God.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten