zaterdag 21 maart 2009

Uw bescherming zij over de man van uw rechterhand

Psalm 80:17
"O God der heerscharen, keer toch weder, aanschouw uit de hemel en zie, en sla acht op deze wijnstok, de stek die uw rechterhand heeft geplant, op de zoon die Gij U hebt grootgebracht. Als afval is hij met vuur verbrand; door uw dreigende aanblik gaan zij te gronde. Uw bescherming zij over de man van uw rechterhand, over het mensenkind dat Gij U hebt grootgebracht. Dan zullen wij niet van U wijken; maak ons levend, dan zullen wij uw naam aanroepen. HERE, God der heerscharen, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden."

Asaf stelt in deze psalm Israël voor als een zoon van God. Als een geplante wijnstok. Asaf roept Gods bescherming af over deze man aan Gods rechterhand. Wat Asaf niet beseft is dat deze man niet Israël maar Christus is. Gods bescherming was en is over Hem, behalve op Golgotha. Daar droeg de man van Gods rechterhand de schuld van de wereld, ook van Israël. Asaf eindigt ermee dat hij God beloftes doet: als U ons verlost, zullen wij U loven. Dat klinkt nogal hoogmoedig, maar zo zal het vast niet zijn bedoeld. God heeft ons niet verlost omdat we Hem beloftes doen, maar Hij deed het omdat Hij ons liefheeft. Geen mens is in staat God te bewegen, maar God is bewogen met ons. Hij is de bron, de oorzaak en de reden van ons heil. Hij nam het initiatief. Hij had ons lief voor we Hem kenden. Zijn genade alleen zet ons aan tot jubel en aanbidding. De man aan Gods rechterhand is Christus en in Hem zijn ook wij nu aan Gods rechterhand, en Zijn bescherming is over ons leven voor eeuwig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten