vrijdag 6 maart 2009

Welzalig hij, die Gij verkiest en doet naderen, opdat hij wone in uw voorhoven.

Psalm 65:4
"Een psalm van David. Een lied. U komt stilheid toe, een lofzang, o God in Sion; U worde gelofte betaald. Hoorder van het gebed, tot U komt al wat leeft. Ongerechtigheden hadden de overhand over mij; onze overtredingen, Gij verzoent ze. Welzalig hij, die Gij verkiest en doet naderen, opdat hij wone in uw voorhoven. Wij zullen verzadigd worden met het goede van uw huis, het heilige van uw tempel."

David heeft geen woorden meer. Hij is stil geworden voor God, onder de indruk van Zijn genade. Ongerechtigheden hadden de overhand over mij, schrijft hij. Maar ook: onze overtredingen, Gij verzoent ze. Welzalig hij die Gij verkiest. Wie zou dat zijn? Het is niet David, maar Jezus. God sprak openlijk dat Hij in Hem eem welbehagen heeft. Jezus is door God verkozen om te sterven, maar bovenal om verheerlijkt op te staan en vol glorie te wonen in Gods hemelse huis. Maar ook wij vallen onder Gods welbehagen. Ook wij mogen naderen, omdat we verkozen zijn. Niet op grond van onze werken, maar op grond van Gods liefde. Het is alles genade dat we naar de genadetroon van God mogen gaan met vrijmoedigheid. Daar worden we gezegend en ontvangen we kracht en hulp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten