woensdag 4 maart 2009

Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd, ziende uw sterkte en uw heerlijkheid.

Psalm 63:2
"Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was. O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water. Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd, ziende uw sterkte en uw heerlijkheid."

Stel je voor dat je in de snikhete Sahara bent verdwaald. Je vergaat van dorst en alles om je heen is kurkdroog. Waar zou je dan het meest naar verlangen? Ik denk dat de meeste mensen zullen antwoorden, naar water. Maar David zegt: “Ik smacht naar U.” Paulus zegt: “Ik geef alles op om Hem beter te leren kennen.” Wat hebben David en Paulus gemeen? Ze hebben allebei iets van de glorie van God gezien. David zag Gods glorie in de tempel – wonderlijk want hij was geen priester. Paulus zag Gods glorie onderweg naar Damascus. En de Here Jezus kwam uit Gods glorie naar de aarde. Geen wonder dat je zelfs in de moeilijkste omstandigheden dan naar de God van de glorie smacht. Jezus zei aan het kruis: “Mij dorst.” Zou Hij daar werkelijk om water hebben geroepen of was het eveneens een uiting van zijn grote verlangen naar Gods heerlijkheid? Wat zeggen en zoeken wij in een dor en droog land zonder water?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten