zondag 19 april 2009

Zij laden kwaad op mij in plaats van goed, en haat tot loon voor mijn liefde.

Psalm 109:5
"Voor de koorleider. Van David. Een psalm. O God, die ik loof, zwijg niet, want een goddeloze en bedrieglijke mond hebben zij tegen mij opengedaan; zij spreken tegen mij met een leugentong, met woorden van haat omringen zij mij en zij bestrijden mij zonder oorzaak; tot loon voor mijn liefde weerstaan zij mij, maar ik ben een en al gebed; zij laden kwaad op mij in plaats van goed, en haat tot loon voor mijn liefde."

Een grotere tegenstelling kun je nergens anders vinden dan aan het kruis van Golgotha. De haat van de wereld tegenover de liefde van God. Kwaad tegenover goed. Dood tegenover leven. Duisternis tegenover licht. Goddeloze bedrieglijke monden zijn tegen Hem opengedaan. Valse beschuldigingen en valse bespotting waren Zijn deel. Voor ons werd Hij tot zonde gemaakt, opdat wij Zijn gerechtigheid zouden ontvangen uit genade. Laten we opnieuw onze monden opendoen, nu niet om te beschuldigen en te spotten, maar om te eren en te aanbidden. Recht tegenover onrecht. Liefde tegenover haat. Waarheid tegenover leugen. Laten we Hem voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die Zijn naam belijden.