donderdag 28 mei 2009

Dat zij de naam des HEREN loven, want Hij gebood en zij waren geschapen;

Ps 148:5  

"Halleluja. Looft de HERE in de hemel, looft Hem in den hoge. Looft Hem, al zijn engelen, looft Hem, al zijn heerscharen. Looft Hem, zon en maan, looft Hem, al gij lichtende sterren. Looft Hem, hemel der hemelen, en gij wateren boven de hemel. Dat zij de naam des HEREN loven, want Hij gebood en zij waren geschapen; Hij zette ze vast voor immer en altoos, Hij stelde hun een inzetting, die geen hunner overtreedt."

Als God spreekt, komt Zijn kracht in actie. Dat was zo bij de schepping en dat is zo bij de herschepping. Als God spreekt, dan is het zo. Hij gebood en het stond er. De hemel en de aarde, de sterren en planeten, de hele natuur luistert naar Zijn woord. Hij stelde hun een inzetting, die geen hunner overtreedt. De aarde moet wel blijven draaien, want God heeft het gesproken. Dag en nacht moeten doorgaan, evenals de seizoenen, want God heeft er wetten en grenzen aan gesteld. Alles luistert naar Gods woord. De enige die zelf mag kiezen is de mens. Omdat die bijna als God is gemaakt, met een vrije wil en het vermogen lief te hebben. Door het ingrijpen van God heeft de zonde geen heerschappij meer over een kind van God. God sprak: “Het is volbracht”, en het was alzo. “Gij zijt nu rein door het woord dat ik gesproken heb”, zei Jezus tegen zijn discipelen. En dan is het zo, want God spreekt met kracht en gezag. We zijn geen zondaren meer, maar nieuwe scheppingen, zonen en dochters van God. Dat zij de naam des HEREN loven, want Hij gebood en zij waren geschapen;