dinsdag 30 juni 2009

Maar ik vertrouw op U, HERE, ik zeg: Gij zijt mijn God.

Psalm 31:14
"Voor allen die mij benauwen, ben ik tot een smaad geworden, voor mijn buren allermeest, en voor mijn bekenden tot een schrik; wie mij op straat zien, vluchten voor mij weg. Vergeten ben ik, uit het hart, als een dode; ik ben geworden als gebroken vaatwerk. Want ik hoor het gemompel van velen (schrik van rondom); terwijl zij met elkander tegen mij beraadslagen, smeden zij plannen om mij het leven te benemen. Maar ik vertrouw op U, HERE, ik zeg: Gij zijt mijn God."

Voor buren een smaad, voor bekenden een schrik, iedereen mijd je als een uitgestotene. Dat doet een mens veel pijn. Afwijzing is misschien wel de ergste pijn die een mens kan treffen. David kende die pijn, maar vooral onze Heer Jezus Christus. ‘Gij zult allen aan Mij aanstoot nemen in deze nacht’, zei Hij tegen zijn discipelen. De nacht van het verraad, de nacht van het oordeel, de nacht van de duisternis, Jezus onderging het allemaal voor ons, in onze plaats. Onze smarten heeft Hij gedragen, schreef de profeet Jesaja. Het is een blijk van Geestkracht als je in dat alles kan zeggen: ‘Maar ik vertrouw op U, HERE, ik zeg: Gij zijt mijn God.’ Wie dat kan zeggen is onaantastbaar. Mensen kunnen ons nog steeds afwijzen, zelfs onze vader en moeder kunnen ons verlaten, maar God doet dat nooit. Daarom kun je altijd met vol vertrouwen zeggen: 'Maar ik vertrouw op U, HERE, ik zeg: Gij zijt mijn God.'

maandag 29 juni 2009

Gij toch hebt mij aan de vijand niet prijsgegeven

Psalm 31:8
"Ik haat hen die ijdele nietigheden vereren; ik immers vertrouw op de HERE. Ik wil juichen en mij verheugen over uw goedertierenheid, daar Gij acht hebt geslagen op mijn ellende, hebt geweten van de benauwdheden mijner ziel. Gij toch hebt mij aan de vijand niet prijsgegeven, Gij hebt mijn voeten in de ruimte doen staan."

‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Eigen schuld, dikke bult’, zijn spreekwoorden die in Gods koninkrijk voor gelovigen niet bestaan. In deze verzen lezen we over Davids strijd, maar in dat alles vertrouwde hij op God. David prijst God omdat Hij heeft geweten van zijn benauwdheden, maar de vijand geen overwinning heeft gegund. Hier zie je opnieuw dat er een vijand is die ons deze dingen aandoet, maar dat terzijde. In plaats van te vertrouwen op rituelen, afkloppen op hout, gelukspoppetjes, of konijnenpootjes, stelt David zijn vertrouwen op Hem die niemand afwijst of teleurstelt. God heeft je lief en daarom zal Hij je altijd trouw zijn liefde betonen. Hij is een uitredder, die weet wat we nodig hebben. Vertrouw op Hem en je zult het zelf ervaren.

zondag 28 juni 2009

In uw hand beveel ik mijn geest; Gij verlost mij, HERE, getrouwe God.

Psalm 31:5
"Een psalm van David. Bij U, HERE, schuil ik, laat mij nimmer beschaamd worden. Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid, neig uw oor tot mij, red mij haastig. Wees mij tot een beschuttende rots, tot een sterke vesting om mij te redden; want Gij zijt mijn steenrots en mijn vesting, en om uws naams wil zult Gij mij voeren en leiden. Gij zult mij trekken uit het net dat men voor mij had verborgen, want Gij zijt mijn veste. In uw hand beveel ik mijn geest; Gij verlost mij, HERE, getrouwe God."

Wie vertrouwd is met de Bijbel zal deze woorden herkennen als een van de kruiswoorden van Jezus. Daarom mag je deze psalm ook lezen als een profetische. David lijkt in veel opzichten op Jezus. Hij was een voorafschaduwing van Hem. Temidden van zijn broeders tot koning gezalfd. Niet erkend, maar wel de reus verslagen. Een verlosser die voor God een huis wil bouwen. Maar ook een vervolgde, een opgejaagde, temidden van boosdoeners. En in dit alles sprak David zijn vertrouwen uit op God. De Here Jezus neemt deze woorden over en ook Hij vertrouwt in Zijn grootste beproeving op God, die Hem redden zal. Daarvan is Hij overtuigd, net als David.

zaterdag 27 juni 2009

Wat voor gewin ligt er in mijn bloed, in mijn nederdalen in de groeve?

Psalm 30:9
"Wat voor gewin ligt er in mijn bloed, in mijn nederdalen in de groeve? Kan het stof U loven, kan dat uw trouw vermelden? Hoor, HERE, en wees mij genadig, HERE, wees mij een helper."

Het bloed van David geeft geen gewin, het lost niets op als hij sterft en in het dodenrijk komt. De dood brengt geen eer aan God, integendeel. Daarom kan David slechts zeggen: ‘Wees mij genadig Here.’ En dat gebed is verhoord, niet alleen voor David, maar voor allen die zich vanuit hun wanhoop tot God wenden. Het gewin ligt in het bloed van Jezus. Zijn bloed mocht niet worden prijsgegeven aan de dood. Zijn leven en sterven zou de dood juist vernietigen. God is onze Helper, Hij heeft ons verlost van de angst voor de dood. We zijn met Hem gestorven en opgestaan en nu leven wij met Hem tot in eeuwigheid. Prijs God.

vrijdag 26 juni 2009

De stem des HEREN is vol kracht, de stem des HEREN is vol glorie.

Psalm 29:4
"Een psalm van David. Geeft de HERE, gij hemelingen, geeft de HERE heerlijkheid en sterkte; geeft de HERE de heerlijkheid van zijn naam, buigt u neder voor de HERE in heilige feestdos. De stem des HEREN is over de wateren, de God der heerlijkheid doet de donder weerklinken, de HERE over de geweldige wateren. De stem des HEREN is vol kracht, de stem des HEREN is vol glorie."

Als God spreekt, dan spreekt Hij vanuit Zijn kracht. De kracht waarmee de schepping is gemaakt. De kracht waarmee de Here Jezus uit de dood opstond. De kracht waarmee onze zonden zijn vergeven en weggedaan. De kracht waarmee God ons naar zich toegetrokken heeft. De kracht van de overwinning. De kracht van Gods glorie. De kracht van de genade. De kracht van de wedergeboorte. Ja, alles wat God doet is vol van Zijn kracht. En deze kracht is verbonden met Zijn naam. Beide zijn ons geschonken, zowel de kracht als de naam. Daarom verwachten we glorie als we luisteren naar Gods stem en als we in Zijn naam spreken.

donderdag 25 juni 2009

Hij plaatst mij hoog op een rots.

Psalm 27:5
"Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij; daarom wil ik in zijn tent offeren offers met geschal, ik wil zingen, ja psalmzingen de HERE."

Christus is de rots. Voor de een een aanstoot voor de ander een fundament. Wie hoog op de rots staat heeft een goed uitzicht. Je moet niet bang zijn om te vallen, want dan kun je niet genieten. Hoogtevrees moet je bij God niet hebben. We staan hoog op de rots en niemand haalt ons er meer af. Onaantastbaar staan we vast op het fundament van genade. We genieten van het vooruitzicht: we gaan steeds beter begrijpen wat God ons geschonken heeft. We gaan steeds meer de kracht ontdekken van zijn woorden en van zijn naam. We gaan steeds meer leven als overwinnaars. Niet alleen wij genieten, maar de Here zelf geniet mee. Hier deed Hij het voor. Zijn lijden en sterven heeft Hij op zich genomen om dit te kunnen beleven. Miljoenen mensen die hoog op de rots staan te genieten van het uitzicht. Heerlijk.

woensdag 24 juni 2009

Hij zelf zal in voorspoed vertoeven, en zijn nageslacht zal het land beërven.

Psalm 25:13
"Wie is de man die de HERE vreest? Hij onderwijst hem aangaande de weg die hij moet kiezen. Hij zelf zal in voorspoed vertoeven, en zijn nageslacht zal het land beërven. Des HEREN vertrouwelijke omgang is met wie Hem vrezen, en zijn verbond maakt Hij hun bekend."

Leven en overvloed, dat is wat de goede Herder voor Zijn schapen heeft. Een grazige weide aan rustig water. Alles gaat voorspoedig en er is veiligheid. De man die de Here vreest wordt dit alles beloofd. Maar wie is die man? Ook zijn nageslacht wordt gezegend vanwege zijn vreze des Heren. Natuurlijk kun je proberen zelf zo’n man te zijn (of vrouw natuurlijk), maar wanneer is het goed genoeg? Het evangelie leert dat Jezus die man is. Hij is de volmaakte man en Zijn nageslacht wordt gezegend en dat zijn wij. Doet ons gedrag er dan niet toe? Natuurlijk wel, want we zijn immers verlost uit de macht van de zonde en van nieuwe scheppingen mag je nieuw gedrag verwachten. Maar God de Vader zegent ons nu al, vanwege de volmaaktheid van Christus. In Hem zijn we aangenaam voor God, zodat Hij met ons vertrouwelijk kan omgaan. Zo maakt Hij ons Zijn wegen bekend.

dinsdag 23 juni 2009

Wie is Hij toch, de Koning der ere?

Psalm 24:10
"Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft u, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is toch de Koning der ere? De HERE, sterk en geweldig, de HERE, geweldig in de strijd. Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft ze, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is Hij toch, de Koning der ere? De HERE der heerscharen, Hij is de Koning der ere."

‘Wie is Hij toch?’, vroegen de mensen zich af voordat Jezus op aarde kwam. ‘Wie is Hij toch?’, spraken de discipelen en de omstanders toen Hij wel op aarde was. ‘Wie is Hij toch?’, zeggen ook wij vaak, wanneer we niet kunnen begrijpen waarom iets wel of juist niet gebeurt. Wie is toch de koning der ere? We kennen inmiddels zijn naam: Jezus Christus. We weten dat Hij Godzelf is die zich als mens op aarde heeft geopenbaard. We weten dat Hij van mensen houdt, zelfs van zondaars en vijanden en haters. Wie is toch die Koning der ere? Paulus schrijft dat het zijn grootste verlangen is Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding. Hem te kennen is eeuwig leven. Volgens de psalm is Hij sterk en geweldig, niet gewelddadig, maar geweldig. Ik verlang ernaar Hem te kennen en te doorgronden wie Hij is en wat dat voor mijn leven betekent, nu en in eeuwigheid. Een ding is duidelijk, het lukt me niet alleen. Ik heb alle andere gelovigen erbij nodig om Hem te kennen en Zijn liefde te doorgronden. We zien stukjes van Hem in elkaar. Wie zoekt zal vinden. Waar is je oog op gericht? Op jezelf of op Hem?

maandag 22 juni 2009

Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen;

Psalm 23:5
"Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij. Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen;"

Vlak voor de uittocht uit Egypte bereidde God voor zijn volk een maaltijd. Er moest een lam worden geslacht en het bloed ervan diende ter bescherming tegen de engel des doods. Het vlees werd bereid en gegeten, samen met de ongezuurde broden. Vlak voor de kruisiging was er weer een maaltijd. Maar tijdens die maaltijd sprak Jezus over een nieuwe maaltijd. Zijn eigen vlees en bloed zou als een maaltijd worden bereid aan het kruis. Het kruis werd daarmee de doorgang naar de overwinning. Soms lijkt het of de duivel ons kan of zal overweldigen, maar dan is God daar met zijn maaltijd. Wie deel heeft aan het lichaam en het bloed van Christus zal behouden worden. Het is alsof God zegt: ‘Voed je steeds met de opstandingskracht van Jezus. Daar kan geen vijand tegenop.’

zondag 21 juni 2009

Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen.

Psalm 22:22
"Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij. Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. Maar Gij, HERE, wees niet verre; mijn sterkte, haast U mij ter hulpe. Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. Verlos mij uit de muil van de leeuw, en van de horens der woudossen. Gij hebt mij geantwoord! Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen."

Tijdens het lijden van Christus aan het kruis riep Hij uit: ‘Het is volbracht.’ Vanaf dat moment ging de verlossing in werking. De voorhang scheurde open en de troon van God werd toegankelijk voor iedereen. Het zinnetje: ‘Gij hebt mij geantwoord!’ is zo veelzeggend. Daarvoor was het: ‘Waarom hebt gij mij verlaten?’, maar nu is het: ‘Gij hebt mij geantwoord.’ ‘Here wees niet verre, haast U mij ter hulpe, verlos mij.’ Het zijn profetische woorden die David in deze psalm gebruikt om te beschrijven hoe de Christus heeft geworsteld en overwonnen. En nu kan Hij triomfantelijk zeggen: ‘Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen.’ Aan mijn broeders, dat zijn wij. In het midden der gemeente, dat is bij ons. Jezus zelf zal ons de naam van de Vader verkondigen. Het is nu zijn werk onder ons om de Vader te laten zien. En om ons te leren lof te zingen. Het oordeel is voorbij. We zijn broeders en zusters van de Heer geworden. Geboren uit God. Besef je positie. Geen zonde en schuld meer tussen jou en God. Als dat geen reden is voor aanbidding weet ik het niet meer.

zaterdag 20 juni 2009

Gij overstelpt hem met blijdschap voor uw aangezicht.

Psalm 21:6
"Groot is zijn eer door uw heil, majesteit en luister hebt Gij hem toebedeeld; want Gij maakt hem rijk gezegend voor immer. Gij overstelpt hem met blijdschap voor uw aangezicht."

Toen de Here Jezus op aarde was, legde Hij zijn godheid af om compleet mens te worden. Als mens legde Hij zijn leven af om compleet tot zonde te worden. Na het verlossingswerk te hebben volbracht, kreeg Hij alle majesteit en luister toebedeeld en werd Hij rijk gezegend voor immer. Om de vreugde welke voor Hem lag, nam Hij het kruis op zich en ook de schande. Nu is Hij met eer en luister gekroond en wordt Hij telkens overstelpt met blijdschap voor Gods aangezicht, als mensen gered worden. Feest is het in de hemel als een zondaar zich bekeert. Elke dag opnieuw is er de blijdschap voor de Here Jezus, omdat Zijn offer zoveel levens heeft gered van de dood. Ja, Jezus is en wordt overstelpt met blijdschap, dan kunnen wij toch niet treuren?

vrijdag 19 juni 2009

Hij gedenke al uw offers, en uw brandoffer achte Hij welgevallig.

Psalm 20:3
"De HERE antwoorde u ten dage der benauwdheid, de naam van Jakobs God make u onaantastbaar; Hij zende u hulp uit het heiligdom en ondersteune u uit Sion. Hij gedenke al uw offers, en uw brandoffer achte Hij welgevallig."

De Bijbel leert dat God geen behagen heeft in het offeren van dieren, dus daar gaat het hier ook niet over. Dit is een profetische psalm over het leven van Christus. Zijn leven was een offer en Zijn dood was een offer. Hij was God welgevallig en God maakte Hem onaantastbaar. Deze psalm is alleen in dat licht te begrijpen. In deze psalm wordt het nog als een wens uitgesproken, maar intussen is het een zekerheid geworden. God de Vader heeft het offer van Christus aangenomen, het was en is Hem welgevallig. De Here Jezus offerde zichzelf voor zondaren, voor vijanden en haters. Uit liefde gaf Hij zijn leven, die houding en dat offer is God welgevallig. Als wij navolgers van Christus willen zijn, zullen we in diezelfde liefde moeten wandelen.

donderdag 18 juni 2009

Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn

Psalm19:14
"Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o HERE, mijn rots en mijn verlosser."

Hart en mond horen bij elkaar. De Here Jezus zegt: ‘Adderengebroed, hoe kunt gij, die slecht zijt, iets goeds zeggen? Want uit de overvloed des harten spreekt de mond.’ Dat is niet fraai, maar het geeft wel aan dat je God met je mond niet voor de gek kan houden. Hij kijkt naar je hart. In het hart vindt Gods woord al of niet goede aarde. Pas wanneer dat ontkiemt, wordt het woord van Paulus waar: ‘Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.’ Als hart en mond overeenstemmen met Gods welgevallen, dan komen de krachten van Gods koninkrijk vrij. Daarom is de waarschuwing van Salomo zo belangrijk: ‘Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens.’ Wij zijn God welgevallig in Christus, maar door het kennen van Hem zullen onze harten en monden gaan overeenstemmen met Zijn hart.

woensdag 17 juni 2009

De HERE deed mij naar mijn gerechtigheid

Psalm 18:20
"De HERE deed mij naar mijn gerechtigheid, naar de reinheid mijner handen vergold Hij mij, want ik heb de wegen des HEREN gehouden en ben niet goddeloos afgeweken van mijn God. Want al zijn verordeningen stonden mij voor ogen en zijn inzettingen deed ik niet van mij weg, maar ik was onberispelijk jegens Hem, en wachtte mij voor ongerechtigheid."

De HERE deed mij naar mijn gerechtigheid. Wie kan dat als mens zeggen van zichzelf? Het antwoord is: niemand. Als God ons deed naar onze gerechtigheid dan kwamen we er heel slecht af en was niemand behouden. Nee, deze woorden kunnen alleen worden toegepast op het leven van Christus. Toen Hij als mens op aarde was kon Hij zeggen: ‘Wie overtuigt mij van zonde?’ Omdat Hij onberispelijk heeft gewandeld op aarde, zonder te zondigen, kon God Hem als rechtvaardige laten sterven voor onrechtvaardigen. En zo is het gebeurd. De Here Jezus legde vrijwillig zijn leven af voor ons. En nu mogen wij ons rechtvaardig weten in Hem. En dat is de enige reden waarom God ons zegent. Niet onze werken, hoe goed ze ook mogen zijn, brengen ons dichter bij God. Alleen het ene offer van Christus, zo volmaakt en zo zuiver, is onze rechtsgrond. De Here doet mij (en ons) naar Zijn gerechtigheid. Hij schenkt ons uit genade wat we zelf nooit konden bereiken: vergeving, verlossing, bevrijding, eeuwig leven. Hij alleen heeft het gedaan en daarom is alle eer alleen voor Hem.

dinsdag 16 juni 2009

Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwen

Psalm17:15
"Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwen,
en bij het ontwaken mij verzadigen met uw beeld."

Deze psalm staat vol rampspoed, vanwege alle vijandelijke dreiging. Wat kan er veel op je afkomen op een dag. ‘Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad’, sprak de Here Jezus. Wat is het dan goed om hoop te hebben en te kunnen zeggen: ‘Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwen.’ De zekerheid dat God met je is en je niet veroordeelt. De zekerheid dat je vijanden er op een dag niet meer zijn. Ik zal uw aangezicht zien en leven. En dan vind ik de laatste regel heel praktisch: ‘En bij het ontwaken mij verzadigen met uw beeld.’ Het beeld van God, de afdruk van zijn wezen, is de Here Jezus. David wist veel minder over Hem dan wij, maar toch kon hij zich ermee verzadigen, zodat hij de dag doorkwam. Wij weten meer en we zijn intussen meer dan David. We zijn nieuwe scheppingen die Gods beeld in zich meedragen. En als de vijanden sterker in beeld zijn dan het beeld van God, dan weten we wat ons te doen staat. Spreek het uit: ‘Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwen en ik verzadig mij met uw beeld.’

maandag 15 juni 2009

O HERE, mijn erfdeel en mijn beker

Psalm16: 5
"O HERE, mijn erfdeel en mijn beker, Gij zelf bestendigt wat het lot mij toewees.
De meetsnoeren vielen mij in liefelijke dreven, ja, mijn erfdeel bekoort mij."

Ben je blij met jezelf? Ben je blij met je leven? David was dat wel. Hij besefte maar al te goed, dat zijn koningschap van God kwam. Het was hem geschonken. David was koning uit genade. Het was geen makkelijk leven en hij heeft veel moeten strijden tegen vijanden, maar uiteindelijk wist hij dat dit zijn erfdeel was voor eeuwig. Nooit zou het ontbreken aan een troonopvolger, had God beloofd. Ons erfdeel is in Christus. Je zou ook kunnen zeggen: ons erfdeel is Christus. Zijn leven, zijn naam, zijn positie, zijn bezit, alles deelt Hij met ons. De Here heeft het zo besloten. Hem komt de eer toe voor eeuwig.

zondag 14 juni 2009

Wie zo handelt zal nimmer wankelen

Psalm 15:5
"Een psalm van David. HERE, wie mag verkeren in uw tent? Wie mag wonen op uw heilige berg?
Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in zijn hart, die met zijn tong niet lastert, die zijn metgezel geen kwaad doet en geen smaad op zijn naaste laadt; in wiens ogen de verwerpelijke veracht is, terwijl hij hen eert, die de HERE vrezen. Heeft hij tot zijn schade gezworen, hij verandert het niet; hij leent zijn geld niet op woeker en aanvaardt geen geschenk tegen de onschuldige. Wie zo handelt zal nimmer wankelen."

Je komt ze steeds weer tegen, mensen die denken dat ze een plaats in Gods tent kunnen verdienen door volmaakt gedrag. Wees eerlijk, wanneer je bovenstaand lijstje doorleest, zie je dan een beeld van jezelf? Of ken je iemand die maar in de buurt komt van deze beschrijving? Waarom staat het er dan? Om te laten weten dat dit onmogelijk is en dat God dit van niemand vraagt!! Alleen voor mensen die buiten Gods genade om, toch zijn huis willen binnengaan, voor hen staat dit geschreven. Er is niemand die onberispelijk wandelt en dat vraagt God ook niet van ons. In Hem zijn we onberispelijk, omdat Hij een onberispelijk leven heeft geleid op aarde en toch stierf als straf voor onze onvolmaaktheid. De volmaakte prijs voor ons leven heeft Jezus betaald en nu leeft Hij om voor ons te pleiten. Hij spreekt ons vrij van schuld en zegt dat we compleet nieuw zijn. Gods volmaaktheid is ons gegeven in Christus. Zolang iemand nog proberen wil zelf volmaakt te zijn, ligt er een bedekking op zijn hart en kan hij Gods genade niet zien. Voor gelovigen geldt: de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door zijn striemen zijn wij genezen. Leg je er maar bij neer dat je als onvolmaakt mens door God volmaakt bent aanvaard. Alle eer is voor Hem.

zaterdag 13 juni 2009

Allen zijn zij afgeweken, tezamen ontaard; er is niemand die goed doet, zelfs niet een.

Psalm14:3
"Voor de koorleider. Van David. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijke en afschuwelijke misdaden, niemand is er, die goed doet. De HERE ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er een verstandig is, een, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, tezamen ontaard; er is niemand die goed doet, zelfs niet een."

Wat moet het voor God de Vader een verademing zijn geweest, toen Hij kon zeggen: ‘In Hem heb ik mijn welbehagen.’ Een mens zonder zonde en zonder schuld. Een mens zoals hij hoort te zijn. Een mens die niet zijn eigen wil zoekt, maar die van de Vader. Een mens die kan zeggen: ‘Ik en de Vader zijn een.’ Het lijkt voor ons mensen onmogelijk om te worden als Jezus en toch zegt de Bijbel dat dit zo is. God heeft ons in Christus geplaatst door het geloof. In Hem zijn we volmaakt en in Hem zijn we rechtvaardig. Schuld en oordeel heeft Hij van ons genomen en voor eeuwig weggedaan. We hebben Zijn Geest in ons binnenste om te worden zoals Hij. Het is een proces. Het enige dat wij hoeven te doen is geloven in Hem die ons liefheeft en op Hem gericht zijn. Dat zullen we weten hoe we moeten handelen en wandelen, want Hij zegt het ons. Zeg nooit meer: ‘Ik ben een zondaar, maar zeg voortaan: ik ben uit genade Gods kind, volmaakt als Jezus.’ Dat is namelijk hoe God ons ziet.

vrijdag 12 juni 2009

Hoelang, HERE? Zult Gij mij voortdurend vergeten?

Psalm13:1
"Een psalm van David. Hoelang, HERE? Zult Gij mij voortdurend vergeten? Hoelang zult Gij uw aangezicht voor mij verbergen? Hoelang zal ik plannen koesteren in mijn ziel, kommer hebben in mijn hart, dag aan dag? Hoelang zal mijn vijand zich boven mij verheffen?"

Kan een moeder haar zuigeling vergeten? Dat is een vraag waarop je geen antwoord hoeft te geven. Hoelang zal de Here jou vergeten? Het antwoord is: nooit! Hij belooft dat Hij ons nooit zal begeven of verlaten. Vaak denken mensen dat God alleen in de buurt wil zijn als je volmaakt leeft en geen fouten maakt. Het is een van de leugens van satan en David trapte erin. Hij voelde zich slachtoffer en ging eronder gebukt. Hij liet zich overmeesteren door negatieve gedachten en er ontstond een leugenbeeld over God en over de situatie waarin hij verkeerde. Zo gaat dat. Je wordt passief en denkt dat God niets meer voor je voelt, of dat Hij niet eens bestaat. Het gevoel en de eigen gedachten winnen het van het geloof. Als je God kent en met Hem leeft, weet je dat Hij je niet verlaat. Je weet dat Hij je zal helpen. Je weet dat Hij van je houdt, altijd. Bedenkt al wat waar is, schrijft Paulus wanneer hij de mensen oproept zich te verheugen in de Here, altijd. Verblijd u, verblijd u, verblijd u in de Here. Hij zorgt voor je en Hij vergeet je niet. Spreek waarheid en geen leugen. Bouw je geloof op en bied weerstand aan de boze. Onderwerp je aan God, doe wat Hij zegt en de overwinning zal er zijn.

donderdag 11 juni 2009

De woorden des HEREN zijn zuivere woorden

Psalm12:6
"De woorden des HEREN zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd. Gij, HERE, zult ze gestand doen, ons altoos beschermen tegen dit geslacht; de goddelozen draven rond, terwijl snoodheid bij de mensenkinderen het hoofd opsteekt."

Een van de mooiste eigenschappen van een mens is dat hij kan spreken. Je kunt macht uitoefenen met je woorden. Macht om op te bouwen, maar ook om af te breken. Je kan deze macht voor jezelf en voor anderen gebruiken. Maar de woorden die je spreekt komen uit een bron. Wat je zegt heb je eerst moeten horen. Daarom is het belangrijk dat we weten dat onze bron betrouwbaar is. Anders spreken we leugen uit en afbraak. God wil dat we waarheid spreken, maar dan moeten we eerst de waarheid kennen. Jezus zegt: Ik ben de waarheid en het leven. Gods woorden zijn altijd waar. Ze openbaren altijd zijn hart en zijn kracht om het woord ook ten uitvoer te brengen. Wanneer je Gods woorden in je mond en in je hart neemt, zal Gods wil geschieden. Het is je bescherming tegen je vijanden.

woensdag 10 juni 2009

De HERE woont in zijn heilig paleis, de HERE heeft in de hemel zijn troon;

Psalm 11:4
"De HERE woont in zijn heilig paleis, de HERE heeft in de hemel zijn troon; zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. De HERE toetst de rechtvaardige en de goddeloze; en wie geweld bemint, die haat Hij. Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende wind is het deel van hun beker. Want de HERE is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief; de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen."

De troon van God is in de hemel en de ogen der oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen. Wie is oprecht genoeg om dat voorrecht te smaken? Wie is rechtvaardig genoeg om bij de troon van God te worden toegelaten? Dat is alleen de Here Jezus Christus. Hij is aan Gods rechterhand en zit op de troon. Maar het goede nieuws is, dat wij daar ook zijn: in Hem. In Hem zijn wij ook rechtvaardig, door zijn opstanding. In Hem hebben wij de vrijmoedigheid om Gods troon te naderen. Hij is daar onze voorspraak tegen de aanklachten en beschuldigingen van de boze. De aanklager wordt in het ongelijk gesteld, want we hebben de volmaaktheid gekregen in Christus. Het oordeel van God over alle goddeloosheid zal alleen voltrokken worden aan hen die Christus afwijzen. Zij zijn niet in Hem, maar blijven in hun zonden.

dinsdag 9 juni 2009

De HERE is Koning, eeuwig en altoos

Psalm 10:16
"De HERE is Koning, eeuwig en altoos. De volken zijn vergaan uit zijn land. De begeerte der ootmoedigen hebt Gij, HERE, gehoord: Gij sterkt hun hart, uw oor merkt op, om recht te doen de wees en de verdrukte, zodat nooit meer een aards sterveling schrik aanjaagt."

Er komt een tijd dat er op aarde geen onrecht meer bestaat. Er komt een dag dat er geen verdrukking meer zal zijn. Het verlangen naar recht zal worden vervuld. De weduwe en de wees zullen gerust wonen. Nooit meer zal er angst op aarde zijn. Het lijkt te mooi om waar te zijn, maar het is de toekomst. Wanneer Christus, de Rechtvaardige, op aarde de vrede zal brengen die Hij heeft beloofd. Nu al mogen de zijnen die vrede kennen en ervan getuigen, maar de hele aarde, de ganse schepping, zal worden verlost van de vloek der wetteloosheid, wanneer Christus zijn gerechtigheid op aarde herstelt. De dagen van het kwaad zullen voorbij zijn en alle onderdrukkers vergaan. Dit is de hoopvolle toekomst voor de aarde en haar bewoners. Voor degenen die nu al hun knieën buigen voor Jezus en Hem nu al erkennen als hun Heer en Koning.

maandag 8 juni 2009

Want mijn pleitzaak en mijn geding hebt Gij berecht, als rechtvaardig rechter de rechterstoel bestegen.

Psalm 9:4
"Een psalm van David. Ik zal U loven, HERE, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen; in U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste, nu mijn vijanden terugdeinzen, struikelen en vergaan voor uw aangezicht. Want mijn pleitzaak en mijn geding hebt Gij berecht, als rechtvaardig rechter de rechterstoel bestegen."

God is een rechtvaardige rechter. Als Hij een vonnis heeft geveld is dat een eerlijk vonnis en zal Hij er nooit op terugkomen. Als God ons vertelt dat het oordeel en de straf over de zonde door Zijn Zoon, de Here Jezus is gedragen, dan is dat oordeel eens en voor altijd voltrokken. God is er klaar mee. Wie zal uitverkorenen van God nog beschuldigen? We zijn door God gerechtvaardigd, niet door ons gedrag – want wie zou dan nog bestaan – maar door Zijn gedrag. Het is uit God en door God en tot God dat we verlost en bevrijd zijn. Veel mensen hebben moeite dit te aanvaarden, ze willen liever een set regels dan vrijspraak. Liever controleerbaar goed gedrag, dan genade. Maar de werkelijkheid kan niet veranderd worden. God schenkt ons volmaaktheid uit genade. Het enige wat Hij van ons vraagt is geloof. Hem geloven als Hij zegt dat dit de werkelijkheid is. Er in rusten dat alles is volbracht. En als het aanvaard wordt gaan genieten van de volkomen vrijheid om te leven voor Hem die ons vrijkocht.

zondag 7 juni 2009

O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde.

Psalm 8:9
"Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeen doorkruist. O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde."

Wij zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Letterlijk staat er in deze psalm dat we zoveel mogelijk als God zijn geschapen. Bijna goddelijk moet eigenlijk zijn: bijna als God zelf. Dat laat zien dat God als Vader niet ver boven ons wil staan, maar tussen ons in. Hij wil met ons kunnen praten over alles wat het leven aangaat. De hele schepping moeten we kunnen doorgronden, net als God. Adam kon dat, maar door de zonde zijn we veel van ons goddelijke vermogen kwijt geraakt. Maar doordat we Gods Geest opnieuw hebben ontvangen, kunnen we opnieuw leren wat het leven met God betekent. We zijn van zijn geslacht, schreef Paulus en zo is het. Zo wil God het vanaf het begin. Geen afstand, maar relatie, een hechte liefdevolle familieband met God. Als volwassen zonen en dochters zullen we voor eeuwig deel uitmaken van Zijn gezin. De hemel en de aarde zullen weer vol worden van de heerlijkheid van God.

zaterdag 6 juni 2009

Ik zal de HERE loven naar zijn gerechtigheid

Psalm 7:17
"Zie, wie met ongerechtigheid bevrucht werd, is zwanger van onheil en baart leugen. Hij delft een kuil en graaft die uit, maar valt zelf in de groeve die hij maakte. Het onheil dat hij stichtte, keert weder op zijn hoofd, en zijn geweld komt neder op zijn schedel. Ik zal de HERE loven naar zijn gerechtigheid, en de naam des HEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen."

Het zaad bepaalt welke vrucht er gaat ontwikkelen. Het zaad van ongerechtigheid baart leugen. Zwanger van onheil, wat een realistische omschrijving van satan. Hij is de vader van de leugen en als je zijn zaad ontvangt, dan draag je slechte vruchten. 'Aan de vruchten ken je de boom', zei de Here Jezus. Slechte vruchten groeien niet aan een goede boom en goede vruchten niet aan een slechte. Als ons leven een boom is, dan kan er aan een slechte boom nooit iets goeds gaan groeien. Daarom heeft God de boom van ongerechtigheid geveld en verbrand, hij is niet meer. Wij zijn nu bomen van gerechtigheid. Geboren uit God. We zijn één plant met Hem en we ontvangen voortdurend zijn zaad, het woord van God. Opnieuw geboren, een nieuwe boom, die alleen goede vruchten voortbrengt. Een van die vruchten is de aanbidding. Ik zal de Here loven naar zijn gerechtigheid, oftewel vanwege zijn gerechtigheid. We zijn gestorven met Christus en opnieuw geboren door zijn opstanding uit de dood. Het leven in ons ontwikkelt zich van zaad tot vrucht. Dat doet de Heilige Geest. Wij moeten gaan belijden wat we zijn geworden, nieuwe bomen, die goede vruchten dragen. Het is niet onze eigen vrucht, maar die van Hem uit wie we geboren zijn. Daarom prijzen we Hem en niet onszelf.

vrijdag 5 juni 2009

Al mijn vijanden zullen beschaamd staan

Psalm 6:10
"Ik ben afgemat van mijn zuchten; elke nacht doorweek ik mijn sponde, doe ik mijn bed van tranen vloeien. Mijn oog is dof geworden van verdriet, verzwakt door allen die mij benauwen. Wijkt van mij, al gij bedrijvers van ongerechtigheid, want de HERE heeft mijn wenen gehoord; de HERE heeft mijn smeking gehoord, de HERE neemt mijn bede aan. Al mijn vijanden zullen beschaamd staan, ten zeerste verschrikt, zij zullen in een oogwenk beschaamd afdeinzen."

'De Here heeft mijn smeking gehoord, al mijn vijanden zullen beschaamd staan.' Wat een geloof spreekt er uit deze woorden. Om temidden van je benauwdheid te zeggen: ‘En toch is dit het einde niet. Ik zal met Gods hulp overwinnen.’ Het zijn niet een paar vijanden, maar alle vijanden zullen terugdeinzen. Nu alle machten ontwapend zijn en er openlijk is gezegevierd door de Here Jezus, nu kan geen vijand standhouden tegenover ieder die in Christus is. ‘Hij zal van u vlieden’, schrijft Jakobus over de duivel en zijn trawanten. Bied weerstand en vertrouw op God. Hoe doe je dat? Door de waarheid te spreken: ‘De Here neemt mijn bede aan, al mijn vijanden zullen beschaamd staan.’ We gebruiken het zwaard van de Geest, het woord van God, om stand te houden en de boze te weerstaan.

donderdag 4 juni 2009

Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan

Psalm 5:7
"Want Gij zijt geen God, aan wie goddeloosheid behaagt, geen boze zal bij U vertoeven; de verdwaasden houden geen stand voor uw ogen, Gij haat alle bedrijvers van ongerechtigheid; Gij richt te gronde de leugensprekers, de HERE verafschuwt de man van bloed en bedrog. Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U."

De tekst is duidelijk: geen boze zal bij God vertoeven. Toch zegt David: ‘Maar dank zij uw grote goedertierenheid, zal ik uw huis binnengaan.’ Kent hij zichzelf niet? Ja zeker wel, maar hij heeft iets anders ontdekt. God doet ons niet naar onze ongerechtigheden, maar God doet ons naar Zijn genade. Het is uit genade dat we in Christus volmaakt zijn. Het is genade dat Jezus het offer heeft gebracht, dat ons heeft verzoend met God. We kijken niet langer naar onszelf en onze onvolmaaktheid, maar we kijken naar Hem en Zijn volmaaktheid. Dat is de enige weg waarlangs we Gods huis binnengaan, voor eeuwig.

woensdag 3 juni 2009

In vrede leg ik mij neer

Psalm 4:8
"In vrede leg ik mij neer
en meteen slaap ik in,
want u, HEER, laat mij wonen
in een vertrouwd en veilig huis."

Sommige mensen liggen uren te piekeren en kunnen op bed niet in slaap komen. Hun zorgen houden hen wakker. Er is geen vrede, geen vertrouwen, geen gerustheid. David valt meteen in slaap, want God laat hem wonen in een vertrouwd en veilig huis. Nu kun je denken, dat dat zijn paleis is, met een aantal schildwachten voor de deur, maar daarover heeft hij het hier niet. Het gaat om innerlijke rust en vrede, omdat God zegt dat je je geen zorgen hoeft te maken. Hij zorgt voor je. Geloof je dat? Slaap dan gerust.

dinsdag 2 juni 2009

Bij u, HEER, is redding

Psalm 3:8
"Bij u, HEER, is redding,
uw zegen rust op uw volk. sela"

David had vele vijanden. Zijn tegenstanders haatten hem. Tienduizenden omringden hem met haat en bedrog. Maar David kon rustig gaan slapen, want hij kende de Heer. Hij wist zich verzekerd van Gods hulp en zegen. Voor ons is het niet anders. Luister niet naar menselijke tegenstand. Luister niet naar wat de omstandigheden zeggen. Luister alleen naar God. Hij is je Vader, Hij zorgt voor je. Zijn zegen rust op je. Zijn volle, complete zegen is je deel. Als deze dag je aanvalt, zeg dan vol overtuiging: ‘Bij u, HEER, is redding, uw zegen rust op mij.’

maandag 1 juni 2009

Ikzelf heb mijn koning gezalfd

Psalm 2:6
"Ikzelf heb mijn koning gezalfd,
op de Sion, mijn heilige berg."

God heeft een eigen koning gezalfd in de hemel. Koning Jezus heeft alle macht gekregen in de hemel en op aarde. Ondanks alle wereldmachten en ondanks alle regimes, zal deze hemelse koning uiteindelijk de enige zijn die als koning overblijft. Zoals het beeld van Nebukadnezar in zijn droom werd vermorzeld door een steentje dat losraakte van de berg, zo zal de heerschappij van koning Jezus alle aardse machthebbers omverwerpen. De Bijbel laat Gods stem horen, Gods hart spreekt tot de volken: bekeer u. Kus de zoon, keer je tot Hem. Laat zijn heerschappij de jouwe zijn. Alleen zo word je gelukkig en deel je in al het zijne.