maandag 22 juni 2009

Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen;

Psalm 23:5
"Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij. Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen;"

Vlak voor de uittocht uit Egypte bereidde God voor zijn volk een maaltijd. Er moest een lam worden geslacht en het bloed ervan diende ter bescherming tegen de engel des doods. Het vlees werd bereid en gegeten, samen met de ongezuurde broden. Vlak voor de kruisiging was er weer een maaltijd. Maar tijdens die maaltijd sprak Jezus over een nieuwe maaltijd. Zijn eigen vlees en bloed zou als een maaltijd worden bereid aan het kruis. Het kruis werd daarmee de doorgang naar de overwinning. Soms lijkt het of de duivel ons kan of zal overweldigen, maar dan is God daar met zijn maaltijd. Wie deel heeft aan het lichaam en het bloed van Christus zal behouden worden. Het is alsof God zegt: ‘Voed je steeds met de opstandingskracht van Jezus. Daar kan geen vijand tegenop.’