zondag 7 juni 2009

O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde.

Psalm 8:9
"Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeen doorkruist. O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde."

Wij zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Letterlijk staat er in deze psalm dat we zoveel mogelijk als God zijn geschapen. Bijna goddelijk moet eigenlijk zijn: bijna als God zelf. Dat laat zien dat God als Vader niet ver boven ons wil staan, maar tussen ons in. Hij wil met ons kunnen praten over alles wat het leven aangaat. De hele schepping moeten we kunnen doorgronden, net als God. Adam kon dat, maar door de zonde zijn we veel van ons goddelijke vermogen kwijt geraakt. Maar doordat we Gods Geest opnieuw hebben ontvangen, kunnen we opnieuw leren wat het leven met God betekent. We zijn van zijn geslacht, schreef Paulus en zo is het. Zo wil God het vanaf het begin. Geen afstand, maar relatie, een hechte liefdevolle familieband met God. Als volwassen zonen en dochters zullen we voor eeuwig deel uitmaken van Zijn gezin. De hemel en de aarde zullen weer vol worden van de heerlijkheid van God.