woensdag 5 augustus 2009

Maar gij zijt het, een mens; mijns gelijke, mijn vriend en vertrouwde

Psalm 55:13
“Want het is geen vijand, die mij smaadt; dat zou ik dragen; het is niet mijn hater, die zich over mij verheft; voor hem zou ik mij verbergen. Maar gij zijt het, een mens; mijns gelijke, mijn vriend en vertrouwde.”

Verraden worden door je vriend, dat is heel erg. Niet iemand die je haat, maar iemand die je liefhebt, keert zich tegen je. De Here Jezus heeft het allemaal meegemaakt. Het maakte deel uit van het lijden dat Hij op zich nam. Judas werd Zijn verrader, een van Zijn vrienden. Hoe pijnlijk moet dat zijn geweest. De haat van een vriend, het verraad, de afwijzing en teleurstelling, het zijn emoties die de Heer met ons allen deelt. Wij hebben een hogepriester die kan meevoelen met onze zwakheden. Of we nu slachtoffer of dader zijn, Hij heeft het voor ons gedragen. Hij stierf voor vijanden, voor haters en zondaren. Hij bewees Zijn liefde, voor wij Hem kenden. Hij heeft ons eerst liefgehad. Daarom is Zijn liefde ook niet gebaseerd op ons gedrag, juist niet, maar op de genade van God. Zijn liefde voor mensen is overduidelijk bewezen. En Hij is trouw. Als mensen ons verlaten, Hij nooit. Als mensen ons kwetsen, Hij nooit. Als mensen ons teleurstellen, Hij nooit. Hij is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.