donderdag 13 augustus 2009

Mijn sterkte, op U wil ik acht slaan, want God is mijn burcht.

Psalm 59:9
“Des avonds komen zij terug, zij huilen als honden en lopen de stad rond. Zie, zij smalen met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen, want; wie hoort het? Maar Gij, HERE, belacht hen, Gij spot met al de heidenen. Mijn sterkte, op U wil ik acht slaan, want God is mijn burcht.”

Het is zo verleidelijk om de kant op te kijken vanwaar het gevaar dreigt, maar dat is juist de bedoeling van de vijand. Hoe meer je naar hem kijkt, des te minder naar Degene die jouw beschermer is. Terwijl de honden huilend loeren, lacht God om al dat dwaze gedoe. Het zijn immers ontwapende en machteloze wezens. Wat is het nodig dat wij dat steeds beseffen. Juist in de dreiging, moeten we ons wenden naar onze God. Op Hem moeten we acht slaan, want Hij is onze veiligheid, de Burcht die niet wankelt. In Hem zijn we absoluut veilig tegen elk dreigend gevaar. Niets kan ons van Zijn liefde scheiden.