zondag 18 oktober 2009

Daarom heb Ik gezworen in mijn toorn: Tot mijn rustplaats zullen zij niet komen!

Psalm 95:11
“Verhardt uw hart niet, gelijk bij Meriba, gelijk ten dage van Massa, in de woestijn, toen uw vaderen Mij verzochten, Mij op de proef stelden, ofschoon zij mijn werk hadden gezien. Veertig jaren heb Ik Mij geergerd aan dat geslacht, Ik zeide: Het is een volk, dwalende van hart, en zij kennen mijn wegen niet.”

Het verharden van je hart betekent niet dat je een keihard karakter vertooont zonder liefde, maar dat je niet gelooft wat God je zegt. Het gevolg is dat je ook niet in Gods rust binnengaat. Dat is niet de hemel of zo, maar gewoon de dagelijkse rust van het kennen van God. De gerustheid van Zijn beloftes en van Zijn tegenwoordigheid. Wanneer je God liefhebt, ga je op Zijn woord vertrouwen en doen wat Hij zegt. Het gevolg is dat er een bovennatuurlijke rust in werking treedt, die je gedachten gaan behoeden. Je zorgen veranderen in gerustheid. Je gedachten stoppen met malen, want je bent in Gods tegenwoordigheid. Hij zorgt voor je. 'Kom tot Mij', zegt Jezus, 'en Ik geef je rust.'