donderdag 8 oktober 2009

Ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.

Psalm 90:2
“Een gebed van Mozes, de man Gods. HERE, Gij zijt ons een toevlucht geweest van geslacht tot geslacht; eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.”

Dit gebed begint zoals elk gebed zou moeten beginnen: met het uitspreken en verkondigen van de grootheid van God. Hoe meer je Gods glorie gaat zoeken en vereren, des te minder heb je erg in die tijdelijke zorgen. Ze vervagen in het besef van Gods oneindige goedheid en trouw. Voor we God iets zeggen, is Hij al lang op de hoogte van al onze gedachten, gevoelens en omstandigheden. Wat leeft er in je hart? De tijdelijke zorgen van deze dag, of de eeuwige grootheid van Gods liefde? Hij heeft gezegd, dat Hij weet wat we nodig hebben. God komt niet in actie omdat we het zo ernstig of langdurig vragen, nee, Hij houdt van ons. En meer dan een aardse vader, zal Hij als de perfecte Vader geven wat we nodig hebben. Laat zorgen en twijfel niet langer je gebed beheersen, maar vereer God met je gebeden. Maak Hem groot en laat je hart zich vullen met de glorie en luister van Zijn majesteit. Bedenk toch dat Hij de eeuwige, de almachtige, de voorziener en trooster, jouw Vader is. Dat moet toch voldoende zijn.