maandag 30 november 2009

Ook is er geen adem in hun mond.

Psalm 135:17
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

Wat triest als je een mond hebt, maar niet kan spreken, ogen hebt, die niet zien en oren die niet horen. De Here Jezus kwam zulke mensen tegen en Hij verweet hen de hardheid van hun hart. Want dat is het als je oren en ogen het niet doen. Het is als een auto zonder motor of een mens zonder adem. En dat is nu juist waar het hier om gaat. De adem van God moet uit onze mond komen. De ruach van God, Zijn Geest die leven brengt en levend maakt. Die maakt het verschil. Je kunt meteen horen of iemand die adem heeft, want die zal altijd leven openbaren en dat leven is Christus. Wie de levende God kent en Zijn Geest heeft ontvangen, is levend geworden en gaat spreken, waardoor ook anderen gaan leven. Een mond heeft iedereen, maar een mond die ademt, is van iemand die leeft.

zondag 29 november 2009

De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden.

Psalm 135:15
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

Over deze verzen zullen we drie dagen nadenken. Vandaag staan we stil bij wat mensen belangrijk vinden: goud en zilver en het werk van mensenhanden. Dat is waar iedereen over spreekt, daar is ons hart van nature vol van. Hoe groot is je bankrekening en wat presteer je allemaal? Geen wonder dat die dingen afgoden zijn geworden voor de mensen. Het zijn pronkgewaden, waarmee we indruk willen maken. We willen ons een naam maken door wat we hebben en kunnen. Bij God telt dit alles niet. Bij God gaat het niet om wat wij hebben en kunnen, maar om wat Hij heeft en kan. Ware godsdienst is niet langer jezelf zoeken, maar God, die ons alles rijkelijk geschonken heeft uit genade. Opdat niemand zou roemen. Dus wil je God grootmaken, kom dan niet aan met je prestaties en je bezit, maar ga naar God met een hart vol dankbaarheid en bewondering om alle goedheid en genade die Hij schenkt.

zaterdag 28 november 2009

Want de HERE doet zijn volk recht, over zijn knechten ontfermt Hij Zich.

Psalm 135:14
“O HERE, uw naam is tot in eeuwigheid, HERE uw gedachtenis is van geslacht tot geslacht. Want de HERE doet zijn volk recht, over zijn knechten ontfermt Hij Zich.”

Weer een paar heerlijke verzen die de Heer centraal stellen. Uw naam, uw gedachtenis is tot in eeuwigheid. Zoveel mensen hebben het steeds over hun eigen daden en stellen zichzelf centraal. Maar de werkelijkheid is, dat het leven niet om ons draait, maar om Hem die het leven geeft. Hij heeft zijn volk recht gedaan. Dat wil zeggen, dat Hij dat recht aan zichzelf heeft voltrokken. Als ons recht werd gedaan, zouden we veroordeeld worden, maar Hij heeft dat op zich genomen en daardoor ons Zijn recht verleend. Wanneer je gaat begrijpen wat Jezus uit genade gedaan heeft, ga je ook snappen dat alles om Hem draait en niet om ons. Hij heeft ons recht gedaan en dat zal in gedachtenis blijven van geslacht op geslacht. Hij is degene die zich over ons heeft ontfermd en daarom is alle aandacht en eer voor Hem.

vrijdag 27 november 2009

De HERE heeft David een dure eed gezworen, waarop Hij niet terugkomt:

Psalm 132:11
“De HERE heeft David een dure eed gezworen, waarop Hij niet terugkomt: Een van uw lijfelijke zonen zal Ik op uw troon zetten. Als uw zonen mijn verbond houden en mijn getuigenis, die Ik hun leer, dan zullen ook hun zonen voor immer op uw troon zitten.”

‘Een van uw lijfelijke zonen’, dat is de Here Jezus. Hij is Davids Zoon waarover God sprak met David. Hij zal voor eeuwig op de troon zitten en namens God de hele aarde en de hemel besturen. Het was een dure eed, want het kostte Hem zijn leven. Maar nu heeft Hij daardoor vele zonen tot heerlijkheid gebracht. Wij mogen met Hem regeren op Zijn troon. Hij deelt Zijn heerschappij met ons, de gelovigen die Zijn lichaam vormen. Wij bezitten de autoriteit van Zijn naam voor eeuwig.

donderdag 26 november 2009

Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.

Psalm 130:8
“Ik verwacht de HERE, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord; mijn ziel wacht op de Here, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen. Israel hope op de HERE, want bij de HERE is goedertierenheid, bij Hem is veel verlossing; Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.”

‘Hij zelf zal Israël verlossen.’ Dat is het kenmerkende van Gods genade, dat Hij zegt: ‘Ik zal.’ Bij het oude verbond was het steeds: ‘Gij zult.’ Maar niemand is in staat God de losprijs voor zijn leven te betalen. Hoewel er nog steeds mensen zijn die daar heel erg hun best voor doen, is de werkelijkheid dat God alleen in staat was ons te verlossen en dat heeft Hij gedaan. Het is volbracht. Wij kunnen nu zeggen: ‘God zelf heeft ons verlost van al onze ongerechtigheden.’ En hoewel niemand foutloos is, zal God onze zonden niet langer gedenken, want ze zijn eens voor altijd verzoend, betaald, vereffend, weggedaan. Het is volbracht. Waar we nu nog als wachters op de morgen naar uitzien is de prachtige, glorieuze wederkomst van onze Heer. Wanneer Hij verschijnt in al Zijn volheid, zullen wij Hem gelijk zijn. Wij zullen met Hem verschijnen in heerlijkheid. Niet langer uitzien naar verlossing, maar uitzien naar de volkomen openbaring van al Gods glorie en heerlijkheid.

woensdag 25 november 2009

Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!

Psalm 126:2
“Een bedevaartslied. Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!”

Na de tweede wereldoorlog werden de kampgevangenen bevrijd. Als magere skeletten kwamen ze naar buiten, uitgemergeld en zo goed als dood. En de wereld zag met eigen ogen wat de vijand had aangericht. ‘Dat nooit meer’, werd er gezegd. Toen Israël werd bevrijd uit Babel, zagen ze er beter uit dan de slachtoffers uit de oorlog, maar de vreugde was er niet minder om. Maar de grootste bevrijding vond plaats zonder dat iemand het zag. Miljoenen mensen werden voor eeuwig bevrijd door de dood en de opstanding van Christus. Het evangelie is zo goed, dat velen moeite hebben het te geloven. Maar als het gaat doordringen wat God gedaan heeft, vervult het onze mond met lachen en onze tong met gejuich. De Here heeft grote dingen gedaan! Zelfs de heidenen merken het verschil en spreken ervan.

dinsdag 24 november 2009

Want de scepter der goddeloosheid zal niet blijven rusten op het erfdeel der rechtvaardigen

Psalm 125:3
“Rondom Jeruzalem zijn bergen; zo is de HERE rondom zijn volk van nu aan tot in eeuwigheid. Want de scepter der goddeloosheid zal niet blijven rusten op het erfdeel der rechtvaardigen, opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken naar onrecht.”

Paulus schrijft, dat we vroeger slaven waren van de zonde en dat de zonde als koning over ons heerste. Dat is verleden tijd. De scepter der goddeloosheid heerst niet langer over ons, want ons erfdeel is Christus de Rechtvaardige. Zijn erfdeel is ons gegeven; door Zijn verlossingswerk aan het kruis en Zijn opstanding uit de dood, zijn wij voor eeuwig verlost uit de macht van de zonde. Niet langer hebben we te doen wat de goddeloosheid eist, maar we zijn vrij om onze Heer te volgen in het goede. Christus heeft ons Zijn erfdeel en gerechtigheid gegeven. Het is nu aan ons om uit die volheid van genade te leven.

maandag 23 november 2009

Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Psalm 121:2
“Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren. Zie, de Bewaarder van Israel sluimert noch slaapt.”

Een bedevaartslied, dat gezongen werd op weg naar Jeruzalem. Maar dan moest je wel door die gevaarlijke bergen vol gevaar. Wie zal je helpen? Een psalm om jezelf moed in te zingen door de waarheid uit te spreken. De dreiging kan nooit groter zijn dan de belofte van God om te helpen. Hij is de almachtige schepper, Hij is mijn helper, Hij is mijn Vader. Wij hoeven niet meer naar God toe te gaan, Hij is naar ons gekomen en woont in ons door de Heilige Geest. Wanneer ons leven wordt bedreigd, mogen we weten en uitspreken dat we in Hem meer dan overwinnaar zijn. Vervolging of benauwdheid kunnen ons niet scheiden van de liefde van God. Wanneer we ons overgeven aan die liefde, zijn we onaantastbaar.

zondag 22 november 2009

Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking.

Psalm 119:99
“Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer inzicht dan de ouden, want ik bewaar uw bevelen.”

De wijsheid van God is ons gegeven door de Heilige Geest. De diepste geheimen van Gods hart worden ons daardoor geopenbaard. Geen menselijke kennis kan daar tegenop. De wijsheid van de wereld is dwaasheid bij God. Wanneer wereldse gedachten zich opdringen, zet Gods waarheid alles in het licht. Wanneer ons gevoel ons aanklaagt, is er Gods wijsheid om dat te herstellen. Gods wijsheid is net als de waarheid een persoon. Het is Jezus zelf, die Gods wijsheid en waarheid is. Hij is aan ons gegeven en woont in ons door de Heilige Geest. We zijn door Hem en in Hem wijzer en verstandiger en hebben veel meer inzicht dan de grootste geleerden van deze aarde. De vraag is: waarmee voed je je gedachten?

zaterdag 21 november 2009

Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.

Psalm 119:89
“Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen. Van geslacht tot geslacht is uw trouw, Gij hebt de aarde gegrond, zodat zij staat; Naar uw verordeningen staan zij heden ten dage, want zij alle zijn uw knechten.”

God is van eeuwigheid dezelfde en Zijn woord houdt eeuwig stand. De aarde verandert, de tijden veranderen, de opvattingen en meningen van mensen veranderen, maar de waarheid blijft altijd de waarheid. In alle tijden en onder alle omstandigheden kun je vasthouden aan Gods uitspraken en beloftes. Hij is door en door betrouwbaar voor alle geslachten.

vrijdag 20 november 2009

Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen.

Psalm118:24
“Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. Och HERE, geef toch heil, och HERE, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des HEREN; wij zegenen u uit het huis des HEREN.”

De dag des heils is aangebroken. De tijd van herstel is in volle gang. Dit is de dag die de Here gemaakt heeft. Een dag dat de gebondenen vrij zijn, de blinden gaan zien en de gebukten worden opgericht, het aangename jaar des Heren. Toch blijven er mensen roepen: ‘Och Here geef toch heil, geef toch voorspoed!’ Dat moet vreemd klinken in de oren van Iemand die alles heeft gegeven. Nee, in plaats van smeken om heil, brengen we heil. Geen zegen vragen, maar zegen geven, omdat we zelf overvloedig gezegend zijn. Vanuit Gods huis kunnen we in deze dag des heils iedereen tegemoet treden met zegen.

donderdag 19 november 2009

Van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.

Psalm 118:23
“Ik loof U, omdat Gij mij geantwoord hebt en mij tot heil geweest zijt. De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden; van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.”

Profetisch zien we hier de dankbaarheid van de Here Jezus voor het feit dat God de Vader Hem tot heil is geweest, door Hem te laten opstaan uit de dood. De steen die versmaad werd aan het kruis, werd een hoeksteen door de opstanding. En dan komt die prachtige zin: ‘Van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.’ Niet omdat iemand iets verdiende, maar geheel vanuit Gods liefde heeft Hij zijn genade getoond. Het is alles uit Hem en door Hem en tot Hem. Uit genade zijn we behouden en uit genade groeien we op. Geen oordeel, geen dreiging, geen straf, alleen maar liefde. Wonderlijk.

woensdag 18 november 2009

Dit is de poort des HEREN, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen.

Psalm 118:20
“De HERE heeft mij zwaar gekastijd, maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven. Ontsluit mij de poorten der gerechtigheid, ik zal daardoor binnengaan, ik zal de HERE loven. Dit is de poort des HEREN, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen.”

Deze psalm openbaart de weg naar gerechtigheid. Het is een poort die door de Here Jezus is geopend. Dwars door de dood moest Hij gaan om die weg voor ons te ontsluiten. De Here Jezus is zwaar gekastijd, maar Hij deed het met vreugde, omdat Hij wist dat de poort der gerechtigheid daardoor zou opengaan. En wie mogen er nu binnengaan? De rechtvaardigen! Maar er is toch niemand rechtvaardig voor God? Niet in jezelf vind je de rechtvaardigheid, maar wel in Christus. Hij heeft jou rechtvaardig gemaakt door Zijn zware kastijding. Wat een liefde.

dinsdag 17 november 2009

Ik zal niet sterven, maar leven en ik zal de daden des HEREN vertellen.

Psalm 118:17
“De HERE is mijn sterkte en mijn psalm, Hij is mij tot heil geweest. Hoort! jubellied en zegezang in de tenten der rechtvaardigen: De rechterhand des HEREN doet krachtige daden, de rechterhand des HEREN verhoogt, de rechterhand des HEREN doet krachtige daden! Ik zal niet sterven, maar leven en ik zal de daden des HEREN vertellen.”

De rechterhand des Heren staat hier in het middelpunt. We weten allemaal wie daar is aan de rechterhand van de Vader. Hij is mij tot heil geweest. De krachtige daden zijn volbracht. We zijn verhoogd uit de vernedering, verlost uit de dood en uit de macht van de zonde. Ik zal niet sterven maar leven. Alles in dit gedeelte draait om wat Jezus heeft gedaan en om wat de gevolgen ervan zijn. Daarom is er jubellied en zegezang. Laten we stoppen onszelf in het middelpunt te plaatsen en vanaf nu alleen spreken over de rechterhand des Heren, die ons zoveel vreugde heeft gebracht.

maandag 16 november 2009

Kostbaar is in de ogen des HEREN de dood van zijn gunstgenoten.

Psalm 116:15
“De beker der verlossing zal ik opheffen, ik zal de naam des HEREN aanroepen. Mijn geloften zal ik de HERE betalen, in de tegenwoordigheid van al zijn volk. Kostbaar is in de ogen des HEREN de dood van zijn gunstgenoten.”

Jezus Christus heeft de beker der verlossing opgeheven en met Hem zijn wij gestorven als zondaren. Het vonnis is voltrokken en nu zijn we voor eeuwig vrij van schuld en straf. Met Christus opgestaan uit de dood zijn we opnieuw geboren, nieuwe scheppingen. Het is kostbaar voor God dat wij, zijn gunstgenoten, gestorven zijn. Dat betekent dat de boze geen rechten meer kan doen gelden op ons leven. We zijn onder een nieuwe heerschappij, die van de gerechtigheid. Het is een belediging voor God als we onszelf zondaren blijven noemen, terwijl we zonen en dochters van de gerechtigheid zijn geworden. God heeft ons heilig en rechtvaardig verklaard voor eeuwig. De dood van Christus was en is kostbaar voor God, maar veel christenen vinden hun zonden belangrijker dan de genade de ze allemaal voor eeuwig heeft weggedaan.

zondag 15 november 2009

Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt;

Psalm 116:10
“Keer weder, mijn ziel, tot uw rust, omdat de HERE u heeft welgedaan. Want Gij hebt mijn leven van de dood gered, mijn oog van tranen, mijn voet van aanstoot. Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEREN in de landen der levenden. Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt; toen ik in mijn angst zeide: Alle mensen zijn leugenachtig.”

Wanneer alles lijkt te mislukken en vrienden je verlaten, wanneer je voor de dood staat en je haters je bespotten, dan is het moeilijk om tot je ziel te zeggen: ‘Keer weder, mijn ziel, tot uw rust.’ De Here Jezus heeft dit gedaan. In Getsémané, toen de angst ondraaglijk werd, bracht Jezus zichzelf terug in de rust en gaf zich over om gekruisigd te worden. Zijn gedachte was: ‘Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEREN in de landen der levenden.’ Niet de dood heeft het laatste woord. Dat is de kracht van geloof, om in moeilijke momenten staande te blijven, rustig te blijven, omdat je weet dat je zal leven. Laat je oog ook hierin alleen gericht zijn op Jezus, Hij is de leidsman van het geloof.

zaterdag 14 november 2009

De HERE heeft onzer gedacht; Hij zal zegenen

Psalm 115:12
“De HERE heeft onzer gedacht; Hij zal zegenen, Hij zal zegenen het huis Israels, Hij zal zegenen het huis van Aaron; Hij zal zegenen wie de HERE vrezen, kleinen zowel als groten.”

Onze Vader is een bron van zegen. Hij zegent niet omdat we het verdienen, maar omdat we door Hem gerechtvaardigd zijn. Hij houdt van ons, daarom zegent Hij. De vloek die door de zonde op aarde is gaan heersen, heeft Hij op zich genomen en vernietigd. Nooit meer zal er veroordeling zijn voor wie in Christus is. Wij kunnen geen aanspraak maken op zegen, maar wel uit genade ontvangen wat God ons geschonken heeft. Uit liefde zijn we vrijgesproken van schuld en straf. Uit liefde ontvangen we genade op genade. De bron is God zelf. Hij heeft besloten ons te zegenen, omdat we uit Hem geboren zijn. We zijn Zijn kinderen, daarom zegent Hij. Hij denkt voortdurend aan ons welzijn en heeft ons met Christus alle dingen geschonken. Genade kun je niet verdienen en niet kwijtraken. Genade is een liefdesdaad van God aan ieder die gelooft.

vrijdag 13 november 2009

Die de onvruchtbare huisvrouw doet wonen als een blijde moeder van kinderen. Halleluja.

Psalm 113:9
“Die de geringe opricht uit het stof, de arme omhoog heft uit het slijk, om hem te doen zitten bij de edelen, bij de edelen van zijn volk; die de onvruchtbare huisvrouw doet wonen als een blijde moeder van kinderen. Halleluja.”

Hier zie je het hart van God. De geringe en onvruchtbare wordt omhoog getrokken en tot een edele gemaakt. Hetzelfde is gebeurd met ons christenen. We waren dood, maar werden levend. We hadden geen vrucht voor God, maar nu dragen we steeds meer vrucht in Hem. De onvruchtbare vrouw als beeld van de Gemeente, maar evengoed als een beeld van het volk Israël, wordt een blijde moeder, die steeds meer kinderen voortbrengt. Daarom is het Halleluja volkomen terecht: Prijs de Heer.

donderdag 12 november 2009

Wie is als de HERE, onze God

Psalm 113:5
“Wie is als de HERE, onze God, die zeer hoog woont, die zeer laag neerziet, in de hemel en op de aarde?”

Het antwoord is niemand. God is zeer hoog verheven en is zeer laag neergedaald op aarde. De goddelijke ruil blijft je elke dag verbazen. Omdat Hij zeer laag, tot in het dodenrijk, is geweest, zijn wij met Hem opgetrokken tot in de hemel der hemelen. Daar waar God troont vindt ons leven nu haar oorsprong. ‘Wanneer we Hem zien, zullen we Hem gelijk wezen’, schrijft Johannes. En dezelfde apostel schrijft: ‘Zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld.’ Wie is als de Here onze God? Niemand, of toch? God heeft ons in Zijn grote genade aan Hem gelijk gemaakt. Mijn verstand kan dat niet vatten. Mijn opvoeding sputtert tegen. Maar Gods woord is er duidelijk over. We zijn even rechtvaardig, hebben evenveel liefde, kunnen net zo genadig zijn als onze God. Daar word ik stil van.

woensdag 11 november 2009

Zijn hart is standvastig, hij vreest niet, terwijl hij met vreugde op zijn vijanden ziet.

Psalm 112:8
“Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent, die zijn zaken recht behartigt; want hij zal nimmer wankelen, tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. Voor een kwaad gerucht zal hij niet vrezen, zijn hart is gerust, vol vertrouwen op de HERE; zijn hart is standvastig, hij vreest niet, terwijl hij met vreugde op zijn vijanden ziet.”

Gods koninkrijk werkt precies andersom dan de wereld. Ontfermen en uitlenen, eerlijk je zaken doen en nooit falen, kom er maar eens om in deze wereld. Maar bij God is het heel normaal en dat moet het ook voor ons zijn. We hebben de Geest van Christus. Hij liet zien wat leven in het licht betekent. Hij was standvastig, vreesde niemand en zag met vreugde op zijn vijanden, omdat Hij wist dat Hij overwinnaar zou zijn. Wij kunnen net als Jezus leven met een gerust hart, vol vertrouwen op de Here. Wanneer we beseffen dat de strijd al gestreden is, kunnen we rusten in het volbrachte werk van Jezus. Ontfermen en uitlenen is wegggeven. Het is het zaad van Gods koninkrijk. Daardoor groeit de liefde op aarde.

dinsdag 10 november 2009

Hij heeft voor zijn wonderen een gedachtenis gesticht

Psalm 111:4
“Hij heeft voor zijn wonderen een gedachtenis gesticht; genadig en barmhartig is de HERE. Hij gaf spijze aan wie Hem vrezen, en gedenkt voor eeuwig zijn verbond.”

Wat is het grootste wonder dat God heeft gedaan? Waar zal tot in eeuwigheid over worden gesproken? Het is het wonder van de Here Jezus, dat Hij stierf voor de schuld van de wereld en opstond voor hun rechtvaardiging. Een wonder van genade en liefde. Een wonder met eeuwige gevolgen. Voor eeuwig heeft Hij verlossing gebracht en voor eeuwig zal Zijn naam worden genoemd. In de naam van Jezus buigen hemel en aarde zich neer. Een eeuwig verbond heeft God gesloten met ieder die gelooft. Jezus zelf is onze spijze geworden, ons eten en drinken, ons leven. Ja, Gods gedachtenis bestaat uit geredde mensen, die voor eeuwig Zijn bruid zullen zijn en met wie Hij voor eeuwig zal leven.

maandag 9 november 2009

Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij voerde hen uit hun angsten;

Psalm 107:28
“Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij voerde hen uit hun angsten; Hij maakte de storm tot een zacht suizen, zodat de golven stil werden. Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen, en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte. Dat zij de HERE loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen;”

God heeft al heel veel mensen geholpen die in hun benauwdheid tot Hem riepen. We kennen allemaal de vele voorbeelden uit de Bijbel. Jozef, David, Daniël, Jona, om er maar een paar te noemen. God is een Helper. Hij is een Voorziener. Angst is niets anders dan geloof in het kwade. Terwijl de goede God je Zijn liefde heeft bewezen, ben je nog steeds beïnvloedbaar door het negatieve. Redeneringen van mensen die tegenover Gods waarheid staan, beïnvloeden ons denken. Roepen tot God is goed, maar dan moet je ook geloven dat Hij je heeft gehoord en zal voorzien. Na het roepen moet er rust zijn. Mijn Vader weet het nu en zal komen. Het is net als wanneer je met panne langs de weg staat en je belt de Wegenwacht. De hulp zal komen. Misschien moet je even geduld hebben, maar je weet dat je gebeld hebt en dat is genoeg.

zondag 8 november 2009

Indien Mozes, zijn uitverkorene niet voor Hem in de bres had gestaan

Psalm 106:23
”Toen zeide Hij, dat Hij hen zou verdelgen; indien Mozes, zijn uitverkorene niet voor Hem in de bres had gestaan om zijn grimmigheid af te wenden, zodat Hij hen niet verdierf. Zij versmaadden het kostelijke land, zij geloofden zijn woord niet; zij morden in hun tenten, zij luisterden niet naar de stem des HEREN.”

Wat een boosheid en ongeloof spreekt er uit deze woorden. Vier dingen worden genoemd die stuk voor stuk een reden zijn om Gods toorn te verdienen. Morren, mopperen, kwaadspreken, niet luisteren, niet tevreden zijn, kortom mensen zonder geloof. Het gevoel van depressie krijgt de overhand. Zelfmedelijden verblindt de waarheid. Het is geen ziekte, maar een houding ten opzichte van God en Zijn woord. Indien Mozes niet in de bres had gestaan, zou God hen vernietigd hebben. Maar Mozes stond wel in de bres en het volk bleef in leven. Toch heeft het merendeel zijn bestemming niet bereikt. Ondanks de genade en de voorbede van Mozes, bleven hun harten verhard. Zelfs Mozes ging eraan ten gronde, ook hij werd erdoor beïnvloed en liet zich gaan. Paulus roept ons op om alles te bedenken wat waar en waardig is. Dan zal Gods vrede, die heilzaam is, over je gedachten gaan heersen en je leven zegenen.

zaterdag 7 november 2009

Hij gaf hun wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren.

Psalm 106:15
”Doch spoedig vergaten zij zijn daden en wachtten niet op zijn raad; zij werden met lust bevangen in de woestijn en verzochten God in de wildernis. Hij gaf hun wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren.”

Begeren is een groot kwaad. Het betekent dat je niet gelooft dat God goed voor je zorgt. ‘Had ik maar …’ of ‘Was ik maar …’ laten zien, dat je niet gelooft op de plaats van zegen te zijn. In deze tekst zie je het volk Israël op weg naar het beloofde land. God had hen met sterke arm uit Egypte bevrijd, alle tegenstanders waren verslagen. ‘Doch spoedig vergaten zij Zijn daden en wachtten niet op Zijn raad.’ Een Bijbel was er nog niet in die tijd, maar God zelf was met hen in de vorm van de wolkkolom en de vuurkolom. Dag en nacht werden ze zo herinnerd aan Zijn aanwezigheid. En toch waren ze niet tevreden. Lust en begeerte kregen de overhand. ‘Egypte was toch beter, zeker wat het eten betreft’, dat was wat ze dachten en bespraken. ‘Waar zullen we uitkomen als we zo doorgaan?’ Ongeloof komt door foute redeneringen. ‘En daarna’, zegt Jakobus, ‘als deze gedachten worden bevrucht, baren ze de dood.’ We hebben een vrije wil gekregen, om zelfs te kiezen wat ons vernietigen zal. Dat is niet Gods wil voor ons leven. Wees tevreden en heb geloof. Je Vader in de hemel weet wat je nodig hebt en zal het ook geven.

vrijdag 6 november 2009

Toen geloofden zij zijn woorden, zij zongen zijn lof.

Psalm 106:12
“Hij dreigde de Schelfzee, en zij verdroogde, Hij deed hen gaan door de waterdiepten als door een woestijn. Hij verloste hen uit de macht van de hater, en bevrijdde hen uit de macht van de vijand; want de wateren bedekten hun tegenstanders, niet een van hen bleef over. Toen geloofden zij zijn woorden, zij zongen zijn lof.”

Let op het woordje ‘toen’. Dat was veel te laat. God had daarvoor al gesproken wat Hij zou doen, maar het ongeloof had de overhand. Daarom was er de angst en de paniek bij het eerste obstakel op weg naar Kanaän. Het is makkelijk om achteraf te geloven en dankbaar te zijn, maar dat is geen uiting van geloof. Geloof richt zich op wat God heeft beloofd. Geloof ziet dwars door alle obstakels Gods woord en Zijn trouw. Geloof zegt tegen obstakels: ‘Ga opzij.’ God heeft uit genade een uitweg gegeven uit Egypte, het pad door de zee was een genadedaad van God. Zo heeft Hij Israël bevrijd van hun vijanden. Maar hoewel zij de Egyptenaren dood en verslagen voor hun ogen zagen drijven, bleef de angst in hun hart zitten. Er zouden immers nieuwe vijanden komen, nieuwe tegenslagen opdoemen. Ze geloofden dat ze zouden omkomen in de woestijn en dat is om die reden ook gebeurd. Angst en twijfel aan Gods woord (dat is hetzelfde), zorgen ervoor dat je omkomt, dat je het beloofde niet ontvangt. Angst en twijfel worden gezaaid, net als Gods woord. Waar vul je je gedachten mee? Wat je gelooft, bepaalt of je Gods toegezegde zegen ontvangt of niet.

donderdag 5 november 2009

Maar Hij verloste hen om zijns naams wil, om zijn kracht bekend te maken.

Psalm 106:8
“Onze vaderen in Egypte sloegen geen acht op uw wonderen, zij gedachten niet aan uw talrijke gunstbewijzen, doch waren weerspannig bij de zee, bij de Schelfzee. Maar Hij verloste hen om zijns naams wil, om zijn kracht bekend te maken.”

De plagen in Egypte waardoor God zijn volk verloste, worden hier wonderen genoemd. Het waren Gods gunstbewijzen, dat wil zeggen dat God op die manier liet zien, dat Hij voor hen was en niet tegen hen. De reactie was ongeloof, vergeetachtigheid (nogal snel) en angst. Allemaal uitingen van zelfzucht en egocentrisch gedrag. En dan is Gods reactie dat Hij hen verlost, opnieuw. De zee gaat open (wat een wonder) en God laat zijn kracht zien. Ook voor ons heeft God zijn kracht laten zien, door dwars door de dood een weg te maken naar nieuw leven. Dezelfde kracht waarmee Jezus opstond uit de dood is nu in ons. Toch zingen veel christenen nog steeds uit volle borst: ‘Laat uw kracht zien.’ Dat zijn uitingen van vergeetachtigheid, maar om Zijns Naams wil rekent God deze zonde niet toe. Laten we stoppen met ongeloof en angst door onze blik te richten op Hem, die in ons Zijn kracht heeft vrijgezet.

woensdag 4 november 2009

Welzalig zij, die het recht onderhouden, die te allen tijde gerechtigheid doen.

Psalm 106:3
“Halleluja. Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Wie kan de machtige daden des HEREN uitspreken, al zijn lof doen horen? Welzalig zij, die het recht onderhouden, die te allen tijde gerechtigheid doen.”

Dit lijkt een onmogelijkheid, te allen tijde gerechtigheid doen. Dat betekent dat je je niet een keer mag vergissen. Dat lukt ons nog geen uur. Wat is de Here Jezus dan een geweldig toegewijd mens geweest. Hij leefde 33 jaar op aarde zonder ook maar een keer te zondigen. Alles wat Hij deed was rechtvaardig en goed. Hij alleen heeft het recht onderhouden. En juist Hij werd gedood vanwege de zonde en de ongerechtigheid van de wereld. ‘Opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem’, schrijft Paulus. Zie je wat er staat? Wij zijn gerechtigheid geworden. We doen het niet, maar we zijn het. Dat betekent dat het nooit meer veranderen zal. Het detail wat je niet mag missen is, dat we de gerechtigheid van God zijn IN HEM. God heeft ons de gerechtigheid van Christus geschonken. Nu kunnen we voor altijd welzalig zijn.

dinsdag 3 november 2009

Raakt mijn gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen kwaad.

Psalm 105:15
“Toen zij weinige mensen in getal waren, een kleine schare en vreemdelingen daarin, en van volk tot volk trokken, van het ene koninkrijk tot de andere natie, gedoogde Hij niet, dat enig mens hen verdrukte, en bestrafte Hij koningen om hunnentwil: Raakt mijn gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen kwaad.”

Vaak wordt deze tekst misbruikt door leiders die hun gezag willen afdwingen en geen kritiek dulden. De gezalfden des Heren zijn allen die Zijn Geest hebben ontvangen. Elk kind van God is een gezalfde en behoort profetisch te zijn, dat wil zeggen, dat zij de woorden van God bekendmaken. God heeft ons allen de kracht van Zijn naam gegeven. Daar kan geen vijand tegenop. We kunnen door de vijand beproefd worden, maar God gedoogt niet dat het boven vermogen zal zijn. Hij zal zorgen dat er altijd een uitkomst is en dat we ertegen bestand zijn. Beproevingen komen niet van God, het zijn geen examens om aan te tonen wat we al geleerd hebben, of om ons iets te leren. God voedt op door Zijn woord. En door datzelfde woord worden we beschermd en bewaard.

maandag 2 november 2009

Gij hebt een grens gesteld, die zij niet overschrijden: zij zullen de aarde niet weer bedekken.

Psalm 104:9
“Hij heeft de aarde op haar grondslagen gevestigd, zodat zij nimmermeer wankelt. De waterdiepte; Gij hebt haar als met een kleed bedekt, boven de bergen stonden de wateren; zij vloden voor uw dreigen, zij haastten zich weg voor de stem van uw donder; bergen rezen op, dalen zonken neer op de plaats waar Gij hun grondslag hebt gelegd. Gij hebt een grens gesteld, die zij niet overschrijden: zij zullen de aarde niet weer bedekken.”

God heeft grenzen gesteld. Grenzen voor het water, er zal geen zondvloed meer zijn. Dat betekent niet dat elke beweging van het water nu door God wordt aangestuurd. Jezus moest de zee en de storm tot bedaren brengen, maar zij gaan niet buiten Gods grenzen. Er is slechts een ding waaraan geen grens is gesteld en dat is Gods liefde en genade. Die is voor iedereen altijd beschikbaar. Of we erdoor gezegend worden, hangt echter af van onszelf. Net zoals de storm en de zee kunnen worden beïnvloed door kwade machten, kunnen wij dat ook. Maar wij hebben een eigen wil, wij kunnen tegen elke macht zeggen: ‘Tot hier en niet verder.’ En in de naam van Jezus zullen ze luisteren en gehoorzamen, want die grens heeft God ook gesteld.

zondag 1 november 2009

Looft de HERE, al zijn werken, aan alle plaatsen zijner heerschappij.

Psalm 103:22
“De HERE heeft zijn troon in de hemel gevestigd, zijn koningschap heerst over alles. Looft de HERE, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord. Looft de HERE, al zijn heerscharen, gij zijn dienaren, die zijn wil volbrengt. Looft de HERE, al zijn werken, aan alle plaatsen zijner heerschappij. Loof de HERE, mijn ziel.”

De laatste keer een stukje uit Psalm 103. Wanneer je gezien hebt dat God genadig is en een ontfermer, dat Hij een Vader is die Zijn kinderen liefheeft, ondanks hun aardse gebreken, dan past alleen nog aanbidding. Al zijn werken aan alle plaatsen zijner heerschappij, je kan ook zeggen: iedereen en overal moet God loven. Alles wat adem heeft, alles wat leeft, alles is geschapen om God te loven. Laten we ophouden met klagen over onze omstandigheden en ons richten op de God onzer vreugde. Halleluja. Looft Hem.