donderdag 26 november 2009

Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.

Psalm 130:8
“Ik verwacht de HERE, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord; mijn ziel wacht op de Here, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen. Israel hope op de HERE, want bij de HERE is goedertierenheid, bij Hem is veel verlossing; Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.”

‘Hij zelf zal IsraĆ«l verlossen.’ Dat is het kenmerkende van Gods genade, dat Hij zegt: ‘Ik zal.’ Bij het oude verbond was het steeds: ‘Gij zult.’ Maar niemand is in staat God de losprijs voor zijn leven te betalen. Hoewel er nog steeds mensen zijn die daar heel erg hun best voor doen, is de werkelijkheid dat God alleen in staat was ons te verlossen en dat heeft Hij gedaan. Het is volbracht. Wij kunnen nu zeggen: ‘God zelf heeft ons verlost van al onze ongerechtigheden.’ En hoewel niemand foutloos is, zal God onze zonden niet langer gedenken, want ze zijn eens voor altijd verzoend, betaald, vereffend, weggedaan. Het is volbracht. Waar we nu nog als wachters op de morgen naar uitzien is de prachtige, glorieuze wederkomst van onze Heer. Wanneer Hij verschijnt in al Zijn volheid, zullen wij Hem gelijk zijn. Wij zullen met Hem verschijnen in heerlijkheid. Niet langer uitzien naar verlossing, maar uitzien naar de volkomen openbaring van al Gods glorie en heerlijkheid.