maandag 16 november 2009

Kostbaar is in de ogen des HEREN de dood van zijn gunstgenoten.

Psalm 116:15
“De beker der verlossing zal ik opheffen, ik zal de naam des HEREN aanroepen. Mijn geloften zal ik de HERE betalen, in de tegenwoordigheid van al zijn volk. Kostbaar is in de ogen des HEREN de dood van zijn gunstgenoten.”

Jezus Christus heeft de beker der verlossing opgeheven en met Hem zijn wij gestorven als zondaren. Het vonnis is voltrokken en nu zijn we voor eeuwig vrij van schuld en straf. Met Christus opgestaan uit de dood zijn we opnieuw geboren, nieuwe scheppingen. Het is kostbaar voor God dat wij, zijn gunstgenoten, gestorven zijn. Dat betekent dat de boze geen rechten meer kan doen gelden op ons leven. We zijn onder een nieuwe heerschappij, die van de gerechtigheid. Het is een belediging voor God als we onszelf zondaren blijven noemen, terwijl we zonen en dochters van de gerechtigheid zijn geworden. God heeft ons heilig en rechtvaardig verklaard voor eeuwig. De dood van Christus was en is kostbaar voor God, maar veel christenen vinden hun zonden belangrijker dan de genade de ze allemaal voor eeuwig heeft weggedaan.