dinsdag 3 november 2009

Raakt mijn gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen kwaad.

Psalm 105:15
“Toen zij weinige mensen in getal waren, een kleine schare en vreemdelingen daarin, en van volk tot volk trokken, van het ene koninkrijk tot de andere natie, gedoogde Hij niet, dat enig mens hen verdrukte, en bestrafte Hij koningen om hunnentwil: Raakt mijn gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen kwaad.”

Vaak wordt deze tekst misbruikt door leiders die hun gezag willen afdwingen en geen kritiek dulden. De gezalfden des Heren zijn allen die Zijn Geest hebben ontvangen. Elk kind van God is een gezalfde en behoort profetisch te zijn, dat wil zeggen, dat zij de woorden van God bekendmaken. God heeft ons allen de kracht van Zijn naam gegeven. Daar kan geen vijand tegenop. We kunnen door de vijand beproefd worden, maar God gedoogt niet dat het boven vermogen zal zijn. Hij zal zorgen dat er altijd een uitkomst is en dat we ertegen bestand zijn. Beproevingen komen niet van God, het zijn geen examens om aan te tonen wat we al geleerd hebben, of om ons iets te leren. God voedt op door Zijn woord. En door datzelfde woord worden we beschermd en bewaard.