maandag 9 november 2009

Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij voerde hen uit hun angsten;

Psalm 107:28
“Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij voerde hen uit hun angsten; Hij maakte de storm tot een zacht suizen, zodat de golven stil werden. Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen, en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte. Dat zij de HERE loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen;”

God heeft al heel veel mensen geholpen die in hun benauwdheid tot Hem riepen. We kennen allemaal de vele voorbeelden uit de Bijbel. Jozef, David, Daniël, Jona, om er maar een paar te noemen. God is een Helper. Hij is een Voorziener. Angst is niets anders dan geloof in het kwade. Terwijl de goede God je Zijn liefde heeft bewezen, ben je nog steeds beïnvloedbaar door het negatieve. Redeneringen van mensen die tegenover Gods waarheid staan, beïnvloeden ons denken. Roepen tot God is goed, maar dan moet je ook geloven dat Hij je heeft gehoord en zal voorzien. Na het roepen moet er rust zijn. Mijn Vader weet het nu en zal komen. Het is net als wanneer je met panne langs de weg staat en je belt de Wegenwacht. De hulp zal komen. Misschien moet je even geduld hebben, maar je weet dat je gebeld hebt en dat is genoeg.