woensdag 25 november 2009

Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!

Psalm 126:2
“Een bedevaartslied. Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!”

Na de tweede wereldoorlog werden de kampgevangenen bevrijd. Als magere skeletten kwamen ze naar buiten, uitgemergeld en zo goed als dood. En de wereld zag met eigen ogen wat de vijand had aangericht. ‘Dat nooit meer’, werd er gezegd. Toen IsraĆ«l werd bevrijd uit Babel, zagen ze er beter uit dan de slachtoffers uit de oorlog, maar de vreugde was er niet minder om. Maar de grootste bevrijding vond plaats zonder dat iemand het zag. Miljoenen mensen werden voor eeuwig bevrijd door de dood en de opstanding van Christus. Het evangelie is zo goed, dat velen moeite hebben het te geloven. Maar als het gaat doordringen wat God gedaan heeft, vervult het onze mond met lachen en onze tong met gejuich. De Here heeft grote dingen gedaan! Zelfs de heidenen merken het verschil en spreken ervan.