dinsdag 8 december 2009

Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.

Psalm 139:18
”Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God, hoe overweldigend is haar getal. Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand; als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.”

Nadenken over God dat doen veel mensen, maar dan zijn dat je eigen gedachten. David denkt na over Gods gedachten en daarover verwondert hij zich. ‘Hoe kan God gedachten van liefde en trouw hebben tegenover falende mensen?’, dat is wat hij zich afvraagt. ‘Hoe kan God genadig zijn, als mijn gedrag zo onvolkomen is?’ Het kan niet anders of je moet ontdekken, dat Gods liefde en trouw niet afhankelijk zijn van ons gedrag. Wij kunnen Gods liefde voor ons niet verkleinen of vergroten. Gods liefde voor ons vindt zijn oorsprong in Gods hart. David zegt, en dat is dan een soort conclusie, die uit Gods genade voortkomt: ‘Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.’ Het is maar hoe je kijkt: is God nog bij jou of ben jij nog bij God? Het maakt niet uit. God zal ons nooit begeven of verlaten. Hij is altijd bij ons, in ons, met ons en voor ons. Hij is nooit tegen ons en niets of niemand kan scheiding brengen tussen mij en Zijn liefde.