woensdag 16 december 2009

De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.

Psalm 145:3
“Een loflied van David. Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer; te allen dage zal ik U prijzen, uw naam loven voor altoos en immer. De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.”

Soms kun je overvallen worden door een bovennatuurlijke vreugde. Met geen pen te beschrijven, wat er dan met je gebeurt. Je zit dan zo vol met vreugde en blijdschap, dat je het gevoel hebt te barsten. Je zoekt woorden, maar kan ze niet vinden. Het enige wat er dan nog uit komt zijn klanken. David kende dat ook. Zo schrijft hij over zijn vijanden die hem bedreigen, maar dan opeens is daar die jubelroep. Hij krijgt dan weer nieuwe openbaringen over wie God werkelijk voor hem is. Zoals Johannes niet verder komt dan goud en edelstenen als hij Gods glorie moet beschrijven, zo zegt David: zijn grootheid is ondoorgrondelijk. Wat een heerlijke zegen als deze vergezichten over Gods grootheid jouw zorgen en gedachten gaan overstemmen. Dan is er alleen nog de vrede en vreugde van het geloof. Richt je aandacht op God, overdenk Zijn beloftes, dan komt deze zegen vanzelf.