zondag 20 december 2009

De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.

Psalm 145:18
“De HERE is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.”

Let op de woorden ‘al’ en ‘allen’ in deze regels. Aan Gods kant is er geen voorkeur, Hij is voor allen goed. Toch staat er een voorwaarde voor Zijn nabijheid. Gods genade en goedheid zijn het deel van allen die Hem aanroepen in waarheid. Sommigen denken wellicht dat God je helpt, wanneer je niet liegt en altijd de waarheid spreekt. Op zichzelf is dat geen slechte eigenschap, maar voor God geen reden om je te zegenen. Nee, de waarheid die hier wordt bedoeld is Christus. We komen niet onder Gods zegen in onze eigen naam, of in eigen kracht. Gods genade is voor hen die in Christus zijn en die God de Vader benaderen in de naam van Jezus. De enige manier om aan die voorwaarde te voldoen is dat we geloven in Hem. Dat we geloven dat Jezus ons gered, bevrijd en verlost heeft van schuld, zonde, ziekte en dood en dat we door Zijn ene offer voor altijd rechtvaardig zijn voor God. Wie dat gelooft, staat in de waarheid en ontvangt onder alle omstandigheden Gods goedkeuring en zegen.