donderdag 3 december 2009

Hem, die grote wonderen doet, Hij alleen

Psalm 136:4
“Hem, die grote wonderen doet, Hij alleen, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die met verstand de hemel schiep, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die de aarde op de wateren uitbreidde, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die de grote lichten maakte, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; de zon tot heerschappij over de dag, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; de maan en de sterren tot heerschappij over de nacht, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;”

Wij mensen hebben moeite met wonderen, want die kunnen we niet verklaren. En als de wetenschap er geen raad mee weet, wordt al snel gedacht dat het wonder helemaal niet gebeurd is. Zo is het ook met de schepping. De wetenschap heeft bedacht dat een oerknal de oorsprong is van hemel en aarde en dat er van een God helemaal geen sprake is. Zou dat de reden zijn dat de Heilige Geest in deze psalm regel voor regel uitlegt welke wonderen God gedaan heeft? Gisteren was het God is goed, vandaag is het: God is Schepper, Hij alleen.