zondag 13 december 2009

Tot U roep ik, HERE; ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats, mijn deel in het land der levenden.

Psalm 142:5
“Een leerdicht van David, toen hij in de spelonk was. Een gebed. Met luider stem roep ik tot de HERE, met luider stem smeek ik de HERE; ik stort mijn klacht voor zijn aangezicht uit, ik maak Hem mijn benauwdheid bekend. Wanneer mijn geest in mij versmacht, kent Gij mijn pad. Op de weg die ik ga, verbergen zij mij een strik; schouw ik naar rechts en zie ik uit; niemand ziet naar mij om. Is mij de toevlucht ontvallen; niemand vraagt naar mij. Tot U roep ik, HERE; ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats, mijn deel in het land der levenden.”

‘God is een toevlucht voor de zijnen, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.’ Allerlei moeilijkheden kunnen ons overkomen, maar er is altijd een uitweg. Het belangrijkste is je hart te bewaren. Voor je het weet zit je jezelf te beklagen en de ander te beschuldigen. Dat is geen goede oplossing. Dat is slecht voor je hart. Je vreugde en vrede gaan er aan op die manier. Beter is om je in zo’n situatie te realiseren, dat God naast je staat. David deed dat. Hij stortte zijn hart uit bij de Here en vervolgens sprak hij uit dat hij een schuilplaats had en een erfdeel bij de Here. Dat is de weg die je moet kiezen. Spreek uit wat je in Christus hebt ontvangen, spreek tot je hart over je erfdeel en je vrede zal terugkomen en daarna de vreugde, of net andersom.