dinsdag 15 december 2009

Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de HERE is!

Psalm 144:15
“Dat onze zonen zijn als planten, hoog opgegroeid in haar jeugd, onze dochters als hoekzuilen, gebeeldhouwd als voor een paleis; dat onze voorraadschuren gevuld zijn, leverende allerlei waren, dat onze kudden bij duizenden, bij tienduizenden zich vermeerderen op onze weiden; dat onze runderen wel dragen; dat er geen bres zij en geen vlucht, en geen geschreeuw op onze pleinen. Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de HERE is!”

Wat David hier allemaal opnoemt aan zegen is allemaal beloofd en gegeven onder het oude verbond. In Deuteronomium 28 staan ze allemaal opgenoemd. De enige voorwaarde voor deze zegen was een rechtvaardig leven naar de wet van Mozes. De meeste tijd voldeed Israƫl niet aan die voorwaarde en moest daarom de vloek dragen in plaats van de zegen. Veel gelovigen in onze tijd denken dat dit nog steeds zo is. Dat God je zegent als je aan de voorwaarden van de wet voldoet. Maar de werkelijkheid is veel beter. Wij hebben deel aan een beter verbond met betere beloften. God vraagt van ons geen werken, maar geloof. Geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Wat ons daardoor ten deel valt gaat de zegen van het oude verbond verre te boven. Wij zijn gezegend met ALLE hemelse zegeningen, onze erfenis is de volheid van God zelf. Welzalig het volk, welks God de HERE is!