donderdag 17 december 2009

Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.

Psalm 145:7
”Geslacht aan geslacht zal uw werken roemen, zij zullen uw machtige daden verkondigen. Ik zal van de heerlijke luister uwer majesteit en van uw wonderdaden gewagen. Zij zullen spreken van de macht uwer geduchte daden, en uw grootheid wil ik vertellen. Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.”

Het is een voorrecht om kinderen te hebben, maar het is een nog groter voorrecht als je aan je kinderen de grootheid van God mag vertellen. En het is helemaal een voorrecht om mee te maken, dat je kinderen tot geloof komen en zelf gaan getuigen van Gods grootheid. David houdt zijn vreugde niet voor zichzelf, maar hij verheugt zich in de geslachten die komen en die door hem ook van Gods goedheid gaan horen. David heeft oog voor de geslachten, oog voor de toekomst. Ik zal en zij zullen, ik en zij, alle geslachten zullen de grootheid van God bejubelen, maar ik doe het nu, voor nu en voor later.