zondag 10 januari 2010

Een krans en een ketting

Spreuken 1:9
“Hun lessen zijn een sierlijke krans om je hoofd, ze zijn een ketting om je hals.”

Als je jarig bent, krijg je een krans om je hoofd, of als je gewonnen hebt. In elk geval is het een ereteken, een versiersel wat gezien mag worden. Datzelfde geldt voor een ketting om je hals. Burgemeesters dragen een ketting als teken van hun gezag, maar de meeste kettingen zijn gewoon voor de sier, om jezelf mooi te maken. Als God zegt dat de onderwijzing die Hij je geeft door zijn woord een sierlijke krans is en een mooie ketting voor je hals, wat is het dan dom en onnozel om je daarvan af te keren. Een sierlijke krans is niet alleen mooi voor de drager ervan, maar ook een vreugde voor de gever. Aannemen zou ik zeggen, ga zitten en luister.