zaterdag 26 juni 2010

Ze grijpt de jongen vast en kust hem

Spreuken 7:13 
“Ze grijpt de jongen vast en kust hem, schaamteloos kijkt ze hem aan.”

Een kus is een uiting van liefde, maar ook de duivel bedient zich ervan. Door wie word je gekust, dat is de vraag en waarom? Is er een reden voor die kus? Met de mond uiten we woorden, maar wat gebeurt er intussen in het hart? Die twee moeten overeenstemmen. Maar haar handen grijpen terwijl haar mond kust. Het is net als bij Judas, hij verraadde Zijn meester, verkocht Hem aan de dood toen hij Hem kuste. Schaamteloos is haar blik, schaamte werkt allang niet meer bij haar. Haar gedachten zijn overweldigd door de duisternis en haar geweten heeft zich aangepast aan het kwaad. De jongen zou zich nog kunnen losrukken, net als Jozef in het huis van Potifar, maar dan moet hij wel snel zijn en beseffen dat hij op het punt staat een grote dwaasheid te begaan.