donderdag 5 augustus 2010

Ik was erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf

Spreuken 8:27-28
“Ik was erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf en een cirkel om het water trok, de wolken aan de hemelkoepel plaatste, de oceanen bruisend op liet wellen.”

Het klinkt zo eenvoudig: ‘God sprak en het was er.’ Maar hier krijgen we een inkijk in de processen die God op gang heeft gebracht. De hemel als een koepel om de aarde geplaatst. Wolken die er als het ware tegenaan blijven hangen om daarna hun water weer terug te geven aan de aarde, vanwaar het ook weer opstijgt om nieuwe wolken te vormen. Een levenscyclus die standhoudt omdat Gods woord dat zo heeft bepaald. Dat de aarde rond is wordt hier trouwens ook even vermeld voordat de wetenschap dat eeuwen later pas ontdekte. En we hebben het nog steeds over de wijsheid van God. Als Hij zoveel aandacht heeft gegeven aan het kleinste detail van de schepping, hoe groot moet dan de aandacht zijn voor de mens, de vertegenwoordiger van God op aarde, geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Zouden we ooit een tel buiten zijn liefdevolle aandacht zijn?