dinsdag 3 augustus 2010

Toen de bergen nog niet waren neergezet

Spreuken 8:25 
“Toen de bergen nog niet waren neergezet, werd ik voortgebracht, nog voor er heuvels waren.”

Bergen en dalen, heuvels en glooiingen, ze vormen de schoonheid van ieder landschap. Wat zou de aarde saai zijn geweest wanneer alles even plat was gebleven. Er zou geen rivier hebben kunnen stromen en geen ruimte zijn voor de waterdieren. Zelfs de kaalste berg, de besneeuwde toppen, de gletschers en de koude winden zijn door God van tevoren gezien. Ze zijn nodig om te leven op aarde. Ze zijn nodig voor de seizoenen en de loop der natuur. En hoewel alles na de schepping sterk is veranderd op aarde, heeft God de grenzen vastgesteld. De Wijsheid van God was er eerder dan de bergen en ze zal er nog zijn als hemel en aarde vergaan.