maandag 2 augustus 2010

Toen er nog geen oceanen waren

Spreuken 8:24 
“Toen er nog geen oceanen waren, werd ik voortgebracht, nog voor de bronnen met hun waterstromen.”

De wijsheid wordt in de volgende verzen voorgesteld als een persoon. Een kostbaar en geliefd persoon, iemand waarvan vreugde en blijdschap uitgaat. Het is geen wonder dat mensen hierin een beschrijving van de Here Jezus hebben gezien. Maar zoals ik gisteren uitlegde moeten we die gedachte toch verwerpen. Wat overblijft is de grote voldoening die God de Schepper gehad moet hebben bij het uitdenken van zijn scheppingsplan. Wie kan zoiets moois bedenken, oceanen en bronnen die wemelen van leven en die leven bieden aan duizenden. Ook die bronnen zijn op hun beurt weer afspiegelingen van Gods wezen. Hij is zelf de bron, de oceaan van het leven.