vrijdag 28 januari 2011

De gunst van de koning

Spreuken 14:35
“Een verstandige dienaar geniet de gunst van de koning, diens woede treft de dienaar die zijn taak verwaarloost.”

Het komt erop neer, dat je alleen gestraft wordt, wanneer je iets fout doet. Het verhaal van Jozef laat dit goed zien. Zolang hij zijn werk goed deed, stond hij in de gunst bij Potifar, maar toen Potifar niet langer geloofde in zijn onschuld, ging hij meteen het gevang in. Er was dus geen sprake van liefde of van een relatie, maar het was een pure werkovereenkomst. De koning in de tekst kan je gunstig zijn, maar ook zijn woede kan je treffen. Veel mensen denken dat dit bij God ook zo is en dat is nu juist niet het geval. God, onze Koning, is ons altijd gunstig gezind. Zijn liefde voor ons komt rechtstreeks uit zijn hart. Hij bewees zijn liefde voor ons, door alles wat tegen ons getuigde en getuigen kan, weg te doen. Het is er niet meer. De verstandige dienaar geniet de gunst van de koning, zelfs als hij soms iets onverstandigs doet. De woede van de Koning treft ons nooit. We zijn zijn kinderen geworden, zijn oogappels, zijn gunstgenoten.