vrijdag 1 april 2011

Ogen en mond open

Spreuken 16:30
“Wie heimelijk zijn oog dichtknijpt, heeft kwaad in de zin, wie zijn lippen samenperst, heeft het kwaad al gedaan.”

Het is moeilijk om een goede bedrieger te zijn en dat is maar goed ook, we zijn er niet voor geschapen om de ander te bedriegen. Onze ogen en onze gelaatsuitdrukking verraden ons. Wat een genot als je niets te verbergen hebt. Wat een vreugde als alles waarvoor je je schaamt is weggedaan. Wat een heerlijkheid als je niet langer op je hoede hoeft te zijn over wat je zegt, omdat het altijd waar is. Dat leven is beschikbaar voor ieder die gelooft. Al je fouten zijn uitgewist. God zal nooit met je over je zonden spreken. Je hoeft je niet te verbergen, want alles is door Jezus aan het kruis weggedaan en Hij komt er nooit meer op terug. Voor God is ieder die gelooft volmaakt, heilig, rechtvaardig, zondeloos, een nieuwe schepping, van Gods kwaliteit, acceptabel en geliefd. Dus laat je ogen lachen en ook je mond, omdat het oude voorbij is en het nieuwe gekomen. Glorie aan God.