woensdag 11 mei 2011

Wie lui is in zijn werk

Spreuken 18:9
“Wie lui is in zijn werk, werkt aan zijn eigen ondergang.”

Mensen zijn geschapen om actief te zijn. Stilstand is achteruitgang en rust roest. Actief zijn betekent niet dat je niet uit genade een gezegend leven hebt, maar het betekent dat je in die zegen leeft. Paulus zegt dat hij meer gearbeid heeft dan wie dan ook, maar meteen zegt hij erbij: ‘Niet ik, maar de genade van God heeft dit tot stand gebracht.’ Adam leefde in Gods zegen. Alles was goed en klaar, maar hij kreeg de verantwoordelijkheid voor het onderhoud. In Christus is voor ons ook alles klaar, maar van ons wordt een leven uit geloof verwacht. Wandelen in Gods zegeningen is de manier om gelukkig te zijn. Wie lui is, maakt geen gebruik van wat God hem uit genade heeft gegeven. De mogelijkheden blijven onbenut en hoewel je de zegen binnen handbereik hebt, werk je aan je ondergang. God vraagt van ons geen goede werken om behouden te worden, maar wel geloofswerken om gezegend te leven.