zaterdag 24 september 2011

Bedwing je gulzigheid (niet)

Spreuken 23:2
“Bedwing je gulzigheid, ook al houd je van een goede maaltijd.”

Bij een aardse machthebber moet je aan tafel niet al te gulzig zijn, voor je het weet heb je een slechte naam. Ook Jezus merkte dat toen Hij op aarde was. Niet dat Hij gulzig was, maar Hij werd toch een vraatzuchtig mens en een wijndrinker genoemd, terwijl Johannes de Doper, die de matigheid zelve was, werd beschuldigd een boze geest te bezitten. In de ogen van sommige mensen kun je het nooit goed doen, maar gelukkig zijn we aan Gods tafel veilig. Hij moedigt ons aan overvloedig te nemen van al het goede dat Hij ons schenkt. De spijzen op zijn tafel zijn vergeving, verzoening, bevrijding, liefde, hoop, verlossing, gezondheid, kracht, geduld, wijsheid. Kortom als we van Hem eten worden we als Hij vol van genade en waarheid. God noemt dat overvloedig leven. Het is ons van Godswege van harte gegund.