dinsdag 27 september 2011

Zodra je op rijkdom afvliegt

Spreuken 23:5
“Zodra je op rijkdom afvliegt, is die al verdwenen. Hij krijgt vleugels, plotseling, en vliegt als een arend weg.”

Mijn buurman leerde me hoe ik als kind een vogel moest vangen. ‘Leg makzout op zijn staart’, zei hij ‘en dan kun je hem gewoon pakken.’ Het bleek even onwaar als die pot goud aan het einde van de regenboog. Soms jagen we iets na wat helemaal niet bestaat, of onbereikbaar is. Rijkdom najagen is ook zoiets. Sommigen hebber er werkelijk alles voor over om rijk te worden, maar rijkdom zit binnenin je. Wie Jezus kent als Heer is rijk, want dan weet je dat je leeft onder Gods zegen. Die zegen is zoveel groter dan rijkdom, dat God zegt: ‘En al het andere krijg je bovendien.’ Wie onder Gods goedkeuring leeft – uit genade leeft – hoeft alleen te geloven dat Zijn liefhebbende Vader zal voorzien naar de rijkdom van Zijn genade, overvloedig dus.