zaterdag 29 oktober 2011

Ze hebben kwaad in de zin

Spreuken 24:2
“.. want ze hebben kwaad in de zin en spreken onheilspellende woorden.”

Waar je mee omgaat, daar word je mee besmet, leert de Bijbel. Slechte omgang bederft goede zeden. Veel mensen zoeken het gezelschap van anderen om ergens bij te willen horen, om mee te tellen. Dat is een basisbehoefte van ieder mens, erbij horen, meetellen, ertoe doen. Zo heeft God ons geschapen. We zijn geen individuen, maar een gezin, een volk. God wil dat we horen bij Zijn gezin en dat we Zijn volk zijn, dan hebben we het goed. Van daaruit worden we gezegend. De gemeente, die Zijn lichaam is, is zo’n plek van zegen, hoort dat te zijn. Buiten God om zijn er allerlei menselijke vervangingen gekomen voor de behoefte erbij te horen. Een sportclub, merkkleding, een kroeg, bepaald gedrag, ze kunnen je het gevoel geven dat je goed bezig bent en ertoe doet, maar van binnen blijft de leegte. Uiteindelijk hebben al die vervangingen kwaad in de zin. Ze bieden niets maar nemen des te meer. Jezus zegt: ‘Kom bij Mij, Ik geef je rust en vrede en vreugde en zegen en een lang en gelukkig leven.’