zondag 19 februari 2012

Al leg je een dwaas in een vijzel

Spreuken 27:22
‘Al leg je een dwaas in een vijzel en stamp je hem tussen de graankorrels fijn, zijn dwaasheid stamp je er niet uit.’

Dwaasheid is net als onkruid, niet kwijt te raken. Dat is wat dit vers ons leert. De dwaasheid van een mens stopt pas bij zijn dood. En dat is precies wat God gedaan heeft. God heeft alle dwaasheid en alle dwazen naar het kruis van Jezus gebracht. Daar werd afgerekend met de dwaas en zijn dwaasheid. Met Christus ben ik gestorven, begraven en opgestaan. Uit God geboren met een nieuwe Geest in mijn binnenste, zodat ik als nieuwgeboren mens wijs kan zijn. We zijn van onze dwaasheid verlost door het sterven van Jezus. Hij heeft ons wijs gemaakt tot het kennen van God als onze liefhebbende Vader. En als we in die wijsheid tekort schieten, mogen we Hem erom vragen en Hij geeft het zonder verwijt. Ons denken wordt vernieuwd door de wijsheid van God te omarmen. In Christus zijn we bekleed en toegerust om wijs en verstandig te leven. Er komt geen vijzel of straf aan te pas. We veranderen van binnen uit, door Gods levendmakende Geest.