zondag 1 april 2012

Een wijze en een dwaas

Spreuken 29:9
‘Als een wijze en een dwaas voor het gerecht staan, laat de dwaas met zijn geraaskal en gesneer alles in het honderd lopen.’

De woorden ‘In het honderd lopen’ zijn een merkwaardige vertaling van wat er werkelijk staat: ‘Er komt geen rust.’ De dwaas kan geen rust brengen, of hij nu lacht of huilt, schreeuwt of springt, er komt geen rust. De dwaas – beeld van de ongelovige mens – staat met lege handen tegenover de wijsheid – beeld van Christus. De wijsheid van God kan de dwaas tot rust brengen, maar dan moet hij zich wel gewonnen geven, zich overgeven in de armen van Gods genade. Het is door genade dat een dwaas vrede en rust vindt bij Gods rechtbank. Vrijspraak is het gevolg van Gods liefde voor zondaren. Wat Hij daarvoor deed is ongekend. Hij stierf voor ons, verloste ons, bevrijdde ons van elke vorm van overheersing door de zonde. Hij nam de straf op zich die ons de vrede aanbrengt en door zijn striemen zijn we genezen. De dwaas kan maar beter zijn mond houden en net als Paulus zeggen: ‘Als ik wil roemen, roem ik in de Heer.’