donderdag 31 mei 2012

De raad van je moeder

Spreuken 31:1
“Hier volgt onderricht voor koning Lemuël, de raad die zijn moeder hem gaf.”

Lemuël is hoogstwaarschijnlijk koning Salomo, degene die het boek Spreuken heeft verzameld en opgeschreven. Dit hoofdstuk bevat herhalingen uit eerdere hoofdstukken en ook enkele nieuwe spreuken. We gaan kijken of we ook in dit laatste hoofdstuk meer kunnen ontdekken dan er op het eerste gezicht lijkt te staan. We zoeken Jezus in elk vers.
Dit eerste vers vertelt over de moeder van Lemuël. Zij staat op het punt haar zoon los te laten en geeft hem nog goede raad mee, zoals een moeder dat alleen kan. Ook in het leven van Jezus zie je Maria zijn moeder bij Hem in de buurt. Toch moest ook zij haar zoon loslaten. De enige hulp die Jezus zocht was die van Zijn Vader. Door Hem is God nu ook onze Vader en is dezelfde steun ook voor ons beschikbaar. Stel je vertrouwen niet op mensen, maar op God.

woensdag 30 mei 2012

Slaan heeft gevolgen

Spreuken 30:33
“Want als je melk slaat, komt er boter, als je iemand op zijn neus slaat, vloeit er bloed, als je iemand slaat die woedend is, komt er strijd.”

Slaan heeft altijd gevolgen, daarom is het goed om even na te denken voor je slaat. Wil je boter, dan moet je slaan. Maar wil je ook bloed of strijd? Ook onze verlossing is het gevolg van slaan. De Here Jezus werd geslagen voor onze schuld, Hij werd gegeseld en gekruisigd. Hij ontving de woede van het volk en gaf Zijn bloed voor de wereld. De duivel dacht dat het de genadeslag was die Jezus werd toegebracht aan het kruis en dat was het ook, maar anders dan hij had kunnen vermoeden. Een golf van genade kwam vrij door het slaan van Jezus. Van die genade leven wij. Dat slaan van Hem bracht ons verlossing, bevrijding, vernieuwing en zegen. De slag die Jezus de duivel toebracht is ook mooi. Die oude slang was in een klap ontwapend en uitgeschakeld, machteloos gemaakt. Jezus stond op uit de dood als overwinnaar en Hij nam ons mee. Verlost uit de macht van zonde, ziekte en dood, zijn we in een klap rechtvaardig, heilig en gezegend gemaakt; kinderen van God geworden, opnieuw geboren, met eeuwig leven gezegend en nooit meer onder Gods veroordeling.

dinsdag 29 mei 2012

Sla jezelf niet op de borst

Spreuken 30:32
“Als je zo dwaas bent jezelf op de borst te slaan, denk dan eerst na en houd je hand voor je mond.”

Bescheidenheid siert de mens. De Here Jezus legde Zijn goddelijkheid af om volkomen mens te zijn. Hij nam de gestalte van een dienstknecht aan. Velen zien daarin een voorbeeld, maar vergeten dat Jezus dat maar een keer moest doen om onze plaats in te nemen. Wij waren door de zonde de minsten geworden op aarde. In plaats van te heersen werden we door de zonde overheerst. Nadat Jezus zijn verlossingswerk had beëindigd, nam Hij zijn waardigheid als hoogste autoriteit weer aan. Die waardigheid deelt Hij met ons. Wij mogen er gebruik van maken. Wij zijn niet langer slaven van de zonde, maar heersen over de zonde. Toch schrijft Paulus terecht, dat dit alles uit genade is. Wie roemt, roeme in de Here. Hem komt alle lof toe, alle aanbidding en alle heerlijkheid. Sla jezelf niet op de borst uit trots, maar besef wel je hoge positie die je mag innemen bij God. Aan Jezus gelijk geworden leven we op de aarde voor Hem en door Hem.

maandag 28 mei 2012

Statige tred: een koning

Spreuken 30:31c
“Een koning aan het hoofd van zijn leger.”

Vroeger trok een koning in de strijd op als aanvoerder van het leger. Hij reed op zijn paard voorop en was de trotse aanvoerder van zijn leger. Na elke overwinning kwam hij als eerste terug uit de strijd, zijn leger volgde. Ook dit is een prachtig beeld van Jezus. Hij stond als eerste op uit de dood. Hij is de overwinnaar van het kwaad en de Zijnen volgen Hem in zijn overwinning. Ze delen in Zijn eer. We hebben vier voorbeelden gezien van dieren en mensen met een Koninklijke gang, een statige tred. De leeuw, de haan, de bok en de koning. Alle vier laten een aspect zien van de waardigheid van Jezus. De leeuw, onoverwinnelijk aanvoerder; de haan, aankondiger van de dag van genade; de bok, die de schuld van de wereld verzoende met God; en de Koning die Zijn leger aanvoert. God heeft het allemaal in de schepping gelegd. Als je het mag gaan zien, is Gods evangelie overal om je heen zichtbaar. En omdat Jezus Zijn leven in ons leeft, mogen wij ook gaan met een Koninklijke waardigheid.

zondag 27 mei 2012

Statige tred: de bok

Spreuken 30:31b
“De bok,”

Een bok is een mannetjesgeit. Met zijn sterke horens maakt hij een statige indruk, zeker als hij de rotsen beklimt. De bok werd door God aangewezen als offerdier. De zondebok werd geslacht als verzoening voor het volk op Grote Verzoendag. Een tweede bok werd weggezonden de woestijn in, nadat de hogepriester namens het volk de zonden op de bok had gelegd door handoplegging. Daarmee is de bok het symbool van Christus die stierf voor onze zonden en die onze schuld heeft weggedaan. Jezus legde zijn waardigheid af voor ons. Hij verzoende ons met God door voor ons de dood te verkiezen. Denk er eens aan als je een bok ziet lopen. Een onschuldig dier, dat de verzoening met God symboliseert. Voor mij mag de bok een statige tred hebben, hij verdient het.

zaterdag 26 mei 2012

Statige tred: de haan

Spreuken 30:31a
“De trotse haan,”

Of een haan trots is weet ik niet, maar hij ziet er wel statig uit. Veel kerktorens worden in Nederland van een haan voorzien, men zegt als teken van waakzaamheid, maar misschien is trots daar beter op zijn plaats. In de Bijbel denken we bij de haan aan Petrus. Hij was trots op zichzelf en pochte dat hij Jezus nooit zou verloochenen. Maar Jezus kondigde aan dat de haan zou kraaien, nadat hij Hem driemaal zou hebben verloochend. Daarom wordt de haan vaak aangeduid als symbool voor waakzaamheid: pas op voor wat je zegt, pas op voor je trots. Daarmee wordt de haan tot een soort rechter gemaakt en dat is hij niet. Het is veel mooier om de haan te zien als het dier dat de nieuwe dag aankondigt. Het is alsof Jezus zegt: ‘Let op Petrus, ook al heb je gefaald, ook voor jou begint er een nieuwe dag. Ik veroordeel je niet, wees fier en laat je niet langer veroordelen. Ik heb je je waardigheid teruggegeven, je mag trots zijn op wie je bent.’

vrijdag 25 mei 2012

Statige tred: de leeuw

Spreuken 30:30
“De leeuw-hij is de koning der dieren en deinst voor niets terug;”

De leeuw is de koning van de dieren. Dat zal niemand verbazen. Met zijn indrukwekkende manen ziet een leeuw er ook koninklijk uit. Zijn lichaam is krachtig en gespierd, klaar om elk gevecht aan te gaan en de zijnen te beschermen. De leeuw heeft weinig vijanden, maar komt er een op zijn pad, dan deinst hij nergens voor terug. Jezus wordt de leeuw uit de stam van Juda genoemd. Hij is de absolute leider en wie Hem ziet in Zijn waardigheid valt meteen ter aarde. Deze leeuw van Juda is onze Leider. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Zijn kracht beschermt ons en Zijn voorname tred is volkomen terecht. Hij verdient alle waardigheid en eer. Let op Hem, wanneer een vijand je benauwt. Hij zal het voor je opnemen, zodat je veilig kan wonen in het gebied van Zijn rust.

donderdag 24 mei 2012

Vier schrijden statig voort

Spreuken 30:29
“Drie hebben een voorname tred, vier schrijden statig voort:”

Een voorname tred en een statig uiterlijk zijn aardse kenmerken van iemand met waardigheid. We gaan vier voorbeelden bekijken van dieren en mensen met zo’n voorname tred. Of ze ook de waardigheid bezitten die ze uitstralen is maar de vraag. Het is niet altijd wat het lijkt. Moet een koning waardig lopen om koning te zijn of gaat het om andere dingen? Moeten we letten op wat we zien of juist niet? En hoe gedragen we ons zelf als het gaat om onze waardigheid. Kunnen we iets leren uit de vier voorbeelden die we krijgen? Vast wel, anders had God ze niet gegeven. Voor mensen uit de tijd van Jezus was het moeilijk de juiste conclusies te trekken. Was Hij de zoon van God, of juist niet? Veel wordt bepaald door hoe we vertalen wat we zien, door onze denkpatronen en opvoeding. Zijn we bereid in de spiegel van Gods woord te kijken en te zien wat God ziet? Is onze eigen tred in overeenstemming met wie we zijn? De komende dagen gaan we daar dieper op in.

woensdag 23 mei 2012

De hagedissen-je kunt ze met je handen vangen

Spreuken 30:28
“De hagedissen-je kunt ze met je handen vangen, maar ze dringen door tot in het paleis van de koning.”

Hagedissen zijn koudbloedige dieren. Hoe kouder hun bloed, hoe slomer ze worden. Je kunt ze dan gemakkelijk vangen. Maar wat doen die slimme diertjes, ze gaan lekker in de zon liggen, op warme stenen, lekker koesteren tot ze heerlijk opgewarmd zijn. Als hun bloed warmer is geworden, zijn ze bloedsnel. Ongrijpbaar komen ze tot bij de koning. Is het geen mooi beeld van ons geestelijk leven? Wanneer we niet op onze bron van warmte gericht zijn, worden we koud en bewegingloos, een makkelijke prooi voor depressie en negativiteit. Maar opgewarmd door Gods liefde en genade, zijn we onaantastbaar en mogen we vertoeven dicht bij Gods troon, daar waar we hulp en genade ontvangen.

dinsdag 22 mei 2012

Sprinkhanen-een koning hebben ze niet

Spreuken 30:27
“De sprinkhanen-een koning hebben ze niet, maar ze rukken in slagorde op;”

Sprinkhanen leven solitair, maar als de omstandigheden gunstig zijn beginnen ze zich te groeperen en gaan ze zich als een machtig leger gedragen. Toch hebben sprinkhanen geen koning of koningin zoals de mieren. Hun kracht ligt in de slagorde die ze samen bezitten. Ze lopen elkaar niet in de weg, maar trekken op als een eenheid. Ze kunnen enkele honderden kilometers per dag afleggen en enorme schade toebrengen aan akkers, die volkomen kaal worden gevreten. God gebruikte sprinkhanen als achtste plaag in Egypte. De wijsheid die God ons in de sprinkhanen wil tonen is het samen optrekken. Niemand hoeft over een ander te heersen om toch goed te kunnen samenwerken. Zie de mogelijkheden van de ander als toegevoegde waarde voor je eigen leven.

maandag 21 mei 2012

De klipdassen-machtig zijn ze niet

Spreuken 30:26
“De klipdassen-machtig zijn ze niet, maar ze maken holen in de rotsen;”

Een schuilplaats in de rots, beter kun je niet beschermd zijn. De klipdassen weten dat. Zij zijn niet machtig, maar de rots bij wie ze schuilen wel. We kunnen wel wat leren van de klipdassen. Eten doen ze voornamelijk vroeg in de ochtend, zodat ze hun dag beginnen met goed voedsel. Terwijl ze met elkaar eten, houden enkele klipdassen de wacht, want er loert altijd gevaar als je je hoofd naar beneden houdt. Zodra de bewakers alarm slaan, vlucht de hele groep in de holen tussen de rotsen. De kracht die ze zelf niet hebben, halen ze uit de rots. Vijanden hebben geen kans zolang ze in de rots blijven. Wat een wijs voorbeeld heeft God gelegd in het gedrag van de klipdassen. Wij hebben een nog veel sterkere Rots ter beschikking. Hij beschermt en koestert ons. Van Israël staat geschreven: ‘Want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen meeging, en die rots was de Christus.’ Wij hoeven niet bij de Rots te blijven, de Rots blijft bij ons. Hij is er altijd.

zondag 20 mei 2012

De mieren-sterk zijn ze niet

Spreuken 30:25
“De mieren-sterk zijn ze niet, maar al in de zomer leggen ze een voorraad aan;”

Mieren bezitten een onzichtbare wijsheid die hen leidt. Als kolonie zijn ze in staat een heel geordend en systematisch bestaan op te bouwen. Vanuit een enkele koning of koningin wordt het hele volk gebouwd. Indringers worden weggewerkt en een kolonie mieren domineert de hele omgeving. De koningin wordt verzorgd, er vindt landbouw en veeteelt plaats en er wordt gewerkt aan het volgende geslacht. Als je naar de mieren kijkt, lijkt het een chaotisch heen en weer geloop, maar in werkelijkheid is het een geoliede machine. Een mierenkolonie lijkt op Gods gezin, de gemeente van Jezus. Hij stuurt ieder aan en samen vormen zij een dominante, onoverwinnelijke factor. De kracht ligt in de individuele werking die wordt toegevoegd aan het geheel. Misschien voel je je als individu zwak en onbetekenend, maar je maakt deel uit van Gods gezin, onoverwinnelijk en dominant op aarde.

zaterdag 19 mei 2012

De kleinste op aarde

Spreuken 30:24
“Vier dieren zijn de kleinste op aarde, maar ze zijn buitengewoon wijs:”

God heeft als schepper veel wijsheid verborgen in Zijn schepping. Je ziet de hand van de Meester wanneer je let op de natuur. We gaan de komende dagen kijken naar vier voorbeelden uit de dierenwereld. Het gaat om dieren die dingen doen die onze logica te boven gaat. Je kunt ervan leren dat God niet denkt zoals wij. Deze dieren geven ons hoop, ze laten zien dat wat wij onmogelijk achten, mogelijk is bij God. Het zijn vormen van Gods humor om ons kleine mensjes, kruimeltjes in de ruimte, te laten zien dat Hij er ook nog is. Hoe groter we gaan denken over Gods mogelijkheden, hoe minder we in de war hoeven te zitten over onze problemen. Wees niet verontrust, vertrouw op God. Wij zijn altijd nog groter dan deze vier kleine diertjes.

vrijdag 18 mei 2012

Een slavin die haar meesteres verdringt

Spreuken 30:23b
“Een slavin die haar meesteres verdringt.”

Toen Hagar – de slavin van Abrahams vrouw – een zoon kreeg en haar meesteres kinderloos bleef, begon zij haar te bespotten. Ze voelde zich haar meerdere. Maar Saraï beklaagde zich bij Abraham en vroeg hem Hagar weg te sturen. Een slavin mag haar meesteres niet verdringen. In de mensenwereld zijn bepaalde zaken onmogelijk, je doet zoiets niet, maar God denkt en handelt niet vanuit macht, maar vanuit liefde. Voor Hem is een slavin gelijk aan haar meesteres. Paulus zegt dat er in Christus geen onderscheid is tussen man en vrouw, jood of Griek, besneden of onbesneden. Het gaat bij God niet om wat je bent, maar om wie je bent. In Christus is elke slaaf een vrije en elke heer een dienaar. Waar de aarde van schudt, is bij God heel normaal. Er is geen aanzien des persoons bij God. Hij behandelt iedereen als Zijn gelijke. ‘Zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld’, schrijft Johannes. Maak je niet druk om je aardse positie, maar geniet van je hemelse.

donderdag 17 mei 2012

Een onuitstaanbare vrouw

Spreuken 30:23a
“Een onuitstaanbare vrouw die een man vindt,”

Een vrouw die onuitstaanbaar is, staat dus altijd aan en niet op een prettige manier. Ik kan me dat niet voorstellen, want ik heb een lieve vrouw, maar er schijnen vrouwen te bestaan die je het liefst achter het behang zou willen plakken. En toch is er een man geweest die in haar de ideale partner heeft gevonden. We zeggen dan: ‘Die moet wel wanhopig geweest zijn.’ Maar alle gekheid op een stokje, de gemeente van Jezus is zo’n vrouw, onuitstaanbaar verknoeid door de zonde en toch noemt Jezus haar: ‘Mijn oogappel, Mijn halssieraad, Mijn liefste.' Hij ziet in haar en dus ook in jou en mij, Zijn gelijke. Degene waarvoor Hij bereid was te sterven. Hij wil altijd bij haar zijn en zal haar nooit begeven of verlaten. Als daar de aarde niet van schudt, weet ik het niet meer. Voor mij is het een wonder, dat God in Zijn ontfermende liefde naar ons heeft gezocht en naar ons heeft omgezien. Hij heeft ons voor altijd de Zijne gemaakt.

woensdag 16 mei 2012

Een zot die genoeg te eten heeft

Spreuken 30:22b
“Een zot die genoeg te eten heeft,”

Als iemand hard werkt en een goede boterham verdient, kan het schokkend zijn om vast te stellen dat een zot het ook goed heeft. We ervaren dat als onrecht. We leggen als mensen een verband tussen gedrag en opbrengst. Dat klinkt heel logisch maar er zit geen spatje genade bij. In Gods ogen zijn we allemaal zot en verdienen we slechts veroordeling. Maar we leven niet onder de wet (veroordeling) maar onder de genade (Jezus). Door het ene volmaakte offer van het Lam van God, zijn alle zotten gerechtvaardigd. We worden gezegend uit genade, niet uit verdienste en dat geldt voor alles wat we doen. Gezondheid komt niet door de sportschool, maar is een zegen van God. Welvaart komt niet door hard werken, maar door Gods gunst op ons leven. Een zot die genoeg te eten heeft, kan voor de wereld schokkend zijn, maar voor wie Gods liefde kent, is dat heel gewoon.

dinsdag 15 mei 2012

Een slaaf die koning wordt

Spreuken 30:22a
“Een slaaf die koning wordt,”

Een slaaf die koning wordt is bij mensen onmogelijk, maar mogelijk bij God. De aarde beeft bij het horen van dit wonder. David, de herdersjongen werd door God tot koning gezalfd, maar voor hem was dat al met Jozef gebeurd. Twee mannen die als slaaf, als knecht, begonnen en uiteindelijk alle macht kregen om te regeren en te redden. Ze wijzen daarmee naar Jezus, die zijn Godheid aflegde en als knecht de minste wilde zijn. Als een slaaf werd Hij geslagen en vermoord, maar juist op die manier maakte hij van slaven koningen. Ieder die in Hem gelooft is koning geworden en verlost uit de slavernij van de zonde. Van slaaf tot koning is een samenvatting van het evangelie, maar om dat te bewerken moest de Koning eerst slaaf worden. Laat de aarde maar schudden en beven van dit goede nieuws. Vergeet het niet, je bent een koning en de zonde mag niet langer over je heersen. De zonde is niet langer de baas in je leven, je bent geen slaaf meer, je bent vrij.

maandag 14 mei 2012

De aarde beeft ervan

Spreuken 30:21
“Van drie dingen beeft de aarde, tegen vier dingen is ze niet bestand:”

Met de aarde worden hier de bewoners bedoeld. Er zijn zaken die een mens niet begrijpen kan. Ze lijken totaal onmogelijk en toch gebeuren ze. De komende dagen zullen we er vier bekijken en opnieuw op zoek gaan naar Gods bedoeling met deze wijsheden uit de Spreuken. Het moet wel heftig zijn als de aarde ervan gaat beven en er uiteindelijk niet tegen bestand lijkt te zijn. Maar wat bij mensen onmogelijk is, blijkt steeds weer mogelijk bij God. Zo zijn we bijvoorbeeld gered uit genade. Er zijn nog steeds mensen die dat niet kunnen geloven en toch is het waar.

zondag 13 mei 2012

Een overspelige vrouw

Spreuken 30:20
“Ziehier de houding van een overspelige vrouw: ze doet alsof ze eet en haar mond afveegt, en ze zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan.’”

Iedereen die denkt aan God niet genoeg te hebben, gedraagt zich als een overspelige vrouw. Ze doet alsof ze eet, maar wordt niet verzadigd. Ze zegt:’Ik doe niets verkeerd’, maar weet wel beter. De Bijbel zegt: ‘Waarom weeg je geld af voor wat niet verzadigen kan? Kom en eet zonder geld, wijn en melk.’ Wanneer je uit het oog verliest dat God je bron is, maak je het voor jezelf en anderen alleen maar erger. Vernieuw je relatie met God, voed je met Zijn woord en je leven wordt succesvol voor jezelf en anderen. Laat God je bron en voorziener zijn. Hij is je man, vertrouw Hem en geniet van Zijn liefde en bovennatuurlijke verzorging.

zaterdag 12 mei 2012

De weg van een man naar een meisje

Spreuken 30:19d
“De weg van een man naar een meisje.”

Wie verliefd geweest is weet hoe wonderlijk dat is. Je hebt je gevoelens niet meer onder controle. Je wilt alle dingen doen om bij elkaar te kunnen zijn. De Here Jezus is verliefd op Zijn Gemeente, Zijn Bruid. Daar heeft en daar had Hij alles voor over. Hij was zelfs bereid voor haar te sterven en heeft dat ook gedaan om haar het leven te geven. De weg van de Here Jezus naar ons hart is van dezelfde wonderlijke schoonheid als die van een man naar een meisje. Hoe gezegend ben je als je deel uitmaakt van de Gemeente. Je leeft onder de gunst en de goedkeuring van de Heer. Jezus zelf voedt en verzorgt je, Hij koestert je en houdt je dicht bij Zijn hart.

vrijdag 11 mei 2012

Een schip op volle zee

Spreuken 30:19c
“De vaart van een schip op volle zee,”

Je koers vinden en houden op volle zee is tegenwoordig met de moderne apparatuur een simpele zaak. Maar in de tijd dat deze Spreuken werden opgeschreven, was het wonderlijk, hoe een schip op volle zee zijn weg kon vinden. Terwijl er alleen maar water was te zien, moest je veilig de haven zien te bereiken. De zon en de sterren bepaalden de koers, de aanwijzingen van God, die Hij de mens heeft gegeven om zijn weg in de tijd te bepalen. Ik zie in het schip een beeld van de Gemeente die door alle eeuwen heen haar koers vasthoudt door de aanwijzingen van de Heilige Geest. Op volle zee, als alle andere aanwijzingen ontbreken, houd je je koers vast door Gods onveranderlijke Woord. Jezus leidt zijn Gemeente door de roerigste tijden. De poorten van de hel kunnen haar niet overweldigen. Wat een heerlijke zekerheid, dat de Gemeente niet kan ondergaan. Het is zeker een van de wonderlijkste zaken die je op aarde kan aanschouwen.

donderdag 10 mei 2012

De slang en de rots

Spreuken 30:19b
“Het glijden van een slang over de rots,"

De slang glijdt over de rots, schijnbaar moeiteloos golft hij vooruit, een reptiel zonder ledematen. In de Bijbel is de slang het symbool voor de duivel, het kwaad. De rots is het beeld van Jezus. Wanneer de slang over de rots glijdt, lijkt hij overwinnaar over de rots. Aan het kruis is dit letterlijk gebeurd. Niet dat de slang de rots overwon, maar zo zag het eruit. De rots was krachteloos gemaakt, Hij legde Zijn leven af. De slang leek voorgoed op de troon te kunnen zitten, maar hoe wonderlijk is dat: Jezus stond op uit de dood en ontwapende zo de slang. Hij overwon de dood en het dodenrijk. De slang kan niet de rots verpletteren, maar de Rots wel de slang. Ook al glijdt de slang nog over deze aarde, hij is krachteloos gemaakt voor wie in de Rots zijn. Hoe wonderlijk is dat!

woensdag 9 mei 2012

De vlucht van een arend

Spreuken 30:19a
“De vlucht van een arend hoog aan de hemel,”

In Nederland zie je weinig arenden en al helemaal niet hoog aan de hemel. Maar gelukkig hebben we film en tv en kunnen we ons voorstellen hoe indrukwekkend deze grote vogel is, die zonder klapwieken door de lucht lijkt te zweven. Alles overziend met zijn scherpe blik, stort hij zich soms op een prooi om zo zijn jongen te verzorgen. Om ze te leren vliegen neemt hij ze mee op zijn vlerken en in zijn nest biedt hij veiligheid onder zijn vleugels. Het is geen wonder dat dit beeld van de arend gebruikt wordt als een beeld van God. Hij let scherp op het welzijn van zijn kinderen, beschermt, voedt en koestert. Vanuit zijn hoge positie overziet Hij het leven van gisteren, vandaag en morgen. De liefde van God is niet te bevatten voor een mens. Terecht dat deze als eerste wordt genoemd in de dingen die te wonderlijk zijn.

dinsdag 8 mei 2012

Wonderlijk en niet te bevatten

Spreuken 30:18
“Drie dingen zijn te wonderlijk voor mij, vier dingen kan ik niet bevatten:”

Er zijn heel wat wonderlijke dingen te vinden op onze planeet, zichtbare en onzichtbare. De wetenschap doet haar best om alles te verklaren en te doorgronden, maar er zijn zaken die we met ons verstand niet kunnen verklaren. De spreukenschrijver leefde in een tijd dat er nog veel grote ontdekkingen moesten worden gedaan, bijvoorbeeld het magnetisch veld van de aarde, waardoor we nu een kompas kunnen gebruiken. Maar zoals ik al eerder heb vermeld, gaat het in de Bijbel niet over platte zaken. Alles wat de Bijbel ons wil laten zien is geestelijk. De vier dingen die de komende dagen genoemd worden zullen dus vooral geestelijk beoordeeld moeten worden. We willen in alles Jezus zien. Als dat je grondhouding is bij het lezen van de Bijbel, zul je Hem ook steeds meer gaan zien, ook in alledaagse dingen als schepen, een vogel, verliefdheid of een steen.

maandag 7 mei 2012

Heb je ouders lief

Spreuken 30:17
“Wie spottend neerkijkt op zijn vader en zijn moeder ongehoorzaam is, hem zullen de raven bij de beek de ogen uitpikken, de gieren zullen zijn ogen opschrokken.”

Wanneer kinderen hun ouders bespotten en ongehoorzaam zijn, zal er van een zegen geen sprake meer zijn. Wie zijn ouders de rug toekeert, staat er alleen voor. Waar haal je je eten en waar ga je de nacht doorbrengen? Bij de beek in onze tekst. Maar als het leven uit je wegvloeit en je sterft van eenzaamheid bij de beek, dan komen de roofvogels en doen zich tegoed aan je lichaam. Zo kan het gaan van kwaad tot erger. Het is de weg van de mensenmoordenaar. Het begint met een ongenoegen en een leugen dat je het niet moet pikken, maar het eindigt in de dood. 'Verdraag elkaar en vergeef elkaar, zoals God dat met jou doet', schrijft Paulus. Het is liefde die tot zoiets in staat is. Die liefde is ons gegeven, zodat de vijand geen vat op ons krijgt. Werp je ongenoegen neer bij God, Hij zorgt voor je.

zondag 6 mei 2012

Vier dingen

Spreuken 30:16
“Het dodenrijk, een onvruchtbare schoot, een uitgedroogd stuk land en het vuur, dat ook nooit zegt ‘Het is genoeg.’”

Vier dingen die nooit genoeg lijken te hebben. Maar God heeft met alle vier afgerekend. Het dodenrijk heeft bezoek gekregen van de Here Jezus en Hij heeft het dodenrijk gesloten voor gelovigen en de hemel geopend. Hij heeft nu de sleutels van de dood en het dodenrijk en zegt: ‘Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.’ De onvruchtbare schoot (Jes.54:1) heeft God geopend toen Hij Jezus liet opstaan uit de dood en zo zijn we kinderen van Gods geworden. Het dorre land zal weer bloeien als een roos. Er is een loot opgeschoten uit de dorre aarde en het leven is hersteld. Het vuur dooft omdat er geen brandstof meer is. Het vuur spreekt van Gods oordeel en Jezus heeft dat vuur voor ons gedoofd. Alle vier hebben met de vloek en het oordeel te maken, het dodenrijk, de onvruchtbare schoot, uitgedroogd land en het vuur. Maar Jezus is gekomen en heeft voor ons het leven en de zegen teruggebracht. Niet te stoppen is Zijn liefde en onvernietigbaar Zijn trouw.

zaterdag 5 mei 2012

Nooit genoeg?

Spreuken 30:15
“Er zijn twee soorten bloedzuigers: de eerste zegt ‘Geef!’, de andere ‘Geef!’ Drie dingen worden nooit verzadigd, vier dingen zeggen nooit ‘Het is genoeg’:”

Twee, drie, vier dingen die niet te verzadigen zijn, misschien ken je er zelf ook wel een paar. Paulus schrijft: ‘Wees tevreden met wat je hebt.’ En ergens anders dat God zegt: ‘Mijn genade is u genoeg.’ En dat is een waarheid die maar weinig mensen beseffen, Gods genade is genoeg. Alles wat je nodig hebt om gelukkig te leven, vind je in Gods genade. Alle kracht, alle wijsheid, alle liefde, alle verdraagzaamheid, vul het maar in, je hebt het ontvangen in Christus. Jezus is de uitdrukking van Gods genade. In Hem en met Hem heeft God je alle dingen geschonken. Het is de duivel die je influistert dat je tekort komt, maar het is Gods liefde die je verzekert dat je leven hebt en overvloed.

vrijdag 4 mei 2012

Tanden als zwaarden

Spreuken 30:14
“Er zijn mensen met tanden als zwaarden en kaken als messen, die de armen op aarde verscheuren, de verschoppelingen onder de mensen verslinden.”

Tanden als zwaarden en kaken als messen verwijzen naar de woorden die mensen kunnen spreken om een ander te treffen. De kracht van het gesproken woord wordt in de Bijbel op verschillende plaatsen getoond, zowel ten goede als ten kwade. Jacobus vergelijkt de tong met het roer van een schip. Dat kleine onderdeel geeft richting aan het grote schip. Je kunt erdoor op de klippen lopen, maar ook de juiste koers houden. Woorden bezitten kracht, vooral Gods woorden. Als we die spreken, komt Gods kracht vrij. Met woorden kunnen we vervloeken en zegenen. Hoe meer we afgestemd zijn op Gods liefde en genade, des te vaker zullen we zegenen met onze woorden. Is de bron goed, dan is het water zoet.

donderdag 3 mei 2012

Hooghartig en misprijzend

Spreuken 30:13
“Er zijn mensen met een hooghartige blik, met van die misprijzende ogen.”

Hooghartig en misprijzend zijn veelzeggende woorden. Wie hooghartig is heeft last van zijn hoge hart, hij denkt te groot van zichzelf. Wie misprijzend is, geeft de ander een verkeerde, te lage prijs. Hooghartige, misprijzende mensen zijn zelden blij en gelukkig, ze hebben altijd wat te klagen, zitten vol met kritiek. Je ontmoet ze niet graag, omdat er een negatieve atmosfeer om hen hangt. De Bijbel leert dat de ogen de spiegel zijn van de ziel. De manier waarop je kijkt en oordeelt weerspiegelt hoe je denkt. De Here Jezus is gekomen voor deze mensen, om ze te verlossen van hun lage zelfbeeld en ze hun waarde terug te geven. Wanneer ze leren kijken van zichzelf af en naar Jezus toe, dan zullen ze veranderen van binnen. De hooghartige zal nederig worden en de misprijzende zachtmoedig. De liefde van God de Vader zal in hun binnenste worden uitgestort, zodat ze net zo gaan stralen als de mooiste morgenster.

woensdag 2 mei 2012

Zuiver leven

Spreuken 30:12
“Er zijn mensen die denken zuiver te leven, maar vol vuiligheid zijn.”

Ieder mens is van nature vol vuiligheid, niemand is rechtvaardig, niemand die doet wat goed is. Als we onze eigen normen hanteren, komen we er meestal wel goed vanaf, maar volgens Gods norm moet je volmaakt zijn om te worden goedgekeurd. Er is er maar één die dat predicaat heeft gekregen: Jezus. ‘Deze is mijn geliefde Zoon, in Hem heb ik een welbehagen’, zei God. Doordat Jezus onze onzuiverheid heeft gedragen en weggedaan, kan God ons goedkeuren. We hebben de gerechtigheid, de volmaaktheid van Jezus gekregen. God heeft ons rechtvaardig en goed verklaard wegens het offer dat Jezus bracht aan het kruis. Het maakt nu niet uit wat we van onszelf denken, God heeft ons goedgekeurd. Op het moment dat we dat aanvaarden, zullen we gelukkig en gezegend leven.

dinsdag 1 mei 2012

Eer uw vader en uw moeder

Spreuken 30:11
“Er zijn mensen die hun vader vervloeken en hun moeder hun zegen onthouden.”

In de Bijbelse tijden zorgden de kinderen voor hun ouders als deze oud waren. Iemand die zijn vader vervloekt, onttrekt zich aan die plicht en onthoudt zo ook de zegen aan zijn moeder. Zo iemand verwaarloost zijn afkomst en vergeet dat zijn ouders hem het leven hebben geschonken. Er zal ongetwijfeld een reden zijn voor dat gedrag, maar het valt niet goed te praten. Relaties zijn belangrijk en goede relaties een voorwaarde voor een gelukkig leven. Je familie en vrienden zijn de eersten die naar je omkijken als dat nodig is en andersom geldt hetzelfde. Jezus eerde zijn ouders, ook al leerde Hij de mensen dat Hij een hemelse Vader had. Hij nam zijn vrienden mee en ze waren bij Hem in de moeilijkste momenten. Nu wordt de gemeente gevormd, een hechte gemeenschap die verbonden is met Jezus. We leren er voor elkaar te zijn, zoals Hij er altijd is voor ons. Voor onze hemelse Vader hoeven we niet te zorgen, maar Hij geniet ervan als we als broeders samenwonen. Zo worden we gezegend en eren we onze Vader.