woensdag 23 mei 2012

De hagedissen-je kunt ze met je handen vangen

Spreuken 30:28
“De hagedissen-je kunt ze met je handen vangen, maar ze dringen door tot in het paleis van de koning.”

Hagedissen zijn koudbloedige dieren. Hoe kouder hun bloed, hoe slomer ze worden. Je kunt ze dan gemakkelijk vangen. Maar wat doen die slimme diertjes, ze gaan lekker in de zon liggen, op warme stenen, lekker koesteren tot ze heerlijk opgewarmd zijn. Als hun bloed warmer is geworden, zijn ze bloedsnel. Ongrijpbaar komen ze tot bij de koning. Is het geen mooi beeld van ons geestelijk leven? Wanneer we niet op onze bron van warmte gericht zijn, worden we koud en bewegingloos, een makkelijke prooi voor depressie en negativiteit. Maar opgewarmd door Gods liefde en genade, zijn we onaantastbaar en mogen we vertoeven dicht bij Gods troon, daar waar we hulp en genade ontvangen.